Simon Carmiggelt, Horst Bingel

De Nederlandse schrijver en dichter Simon Carmiggelt werd geboren op 7 oktober 1913 in Den Haag. Zie ook alle tags voor Simon Carmiggelt op dit blog.

Uit: Héél vroeger (Louter leugens)

“Toen mevrouw Vere echter, op een gure nacht, door een agent bij het station gevonden was omdat ze dacht dat ze met de meisjes van haar school een dagje naar buiten zou gaan, klopte de neef de volgende dag geheel radeloos bij de directeur van een vol rusthuis aan en zei: ‘Meneer, in vredesnaam – breng haar ergens onder.’
‘Maar alle kamers zijn bezet.’
‘Kunt u dan niets improviseren?’
De directeur dacht na.
‘Tja… we zouden een badkamer kunnen missen maar…’
‘Prachtig,’ riep de neef. ‘Richt die maar in. Alles is beter dan nu.’
Zó kwam het, dat ze in dat tehuis aan die badkamer begonnen te dokteren. De kuip ging er uit. Daar kwam een bed te staan. In de hoek werd een kastje gezet en ginds de luie stoel, naast de theetafel. Een mooi schemerlampje hadden ze ook nog wel over, en met enige moeite gelukte het, aan de streng-wit betegelde wanden een paar schilderijen op te hangen. Och, het zag er ten slotte helemáál zo gek niet uit. Natuurlijk vormden de twee vaste wastafels naast elkaar, met haar hoge, koele muurspiegels, een wat ongewone syncope, doch de neef zei dat het best kon. De vraag was nu maar, wat tante zeggen zou, want bij mensen die zo’n onnoemelijke diepte met zich meedragen ben je nooit zeker.
Ze kwam in de middag, met een plantje in de arm en die glimlach om de lippen.
‘Kijk tantetje, híér is nu uw kamer.’
Men liet haar alleen binnentreden, als een kind dat mag gaan kijken welk verjaarspresentje vader en moeder hebben klaargezet. Langzaam schreed zij over de stenen vloer, bekeek de stoel, de lamp, het theekastje en draaide zich om.
Toen zag zij de wastafels. De neef hield zijn adem in. Hij bemerkte dat haar hulpeloos gezicht vertrok en opeens begon te stralen van verrassing. En hij hoorde haar stem – ontroerd: ‘Ach… hij heeft dus tóch aan mij gedacht.’

Pas later is gebleken wat zij bedoelde. Als meisje van achttien jaren had zij korte tijd gegaan met een kapper. Zij placht hem op te zoeken in zijn salon en naar hem te kijken als hij, bij de twee wastafels, zo bedreven knipte of schoor. Het was een mooie man geweest en een ongelukkige liefde, waaraan de herinnering later wegzonk in de stille vijver van een ordentelijk huwelijk. Maar nu…
‘Waar zijn de stoelen voor de klanten gebleven?’ vroeg ze.
Die hebben ze óók nog maar bij de wastafels gezet. En in die stille, illusoire kapsalon is zij toen, twee weken later, heel gelukkig doodgegaan.”

 

Simon Carmiggelt (7 oktober 1913 – 30 november 1987)

 

De Duitse dichter, schrijver, graficus en uitgever Horst Bingel werd geboren in Korbach op 6 oktober 1933. Zie ook alle tags voor Horst Bingel op dit blog.

 

Geradbraakt

Je hoort de zee in jou dat alles drijft, de doden,
vast geklauwd, de muren, de huizen, die je
vallen zag, de wanden, geschilderd in de nacht,
ramen, de kozijnen nog eruit gebroken,
jou mijden vogels, zon, mensen, blind, je bent, een
steen, oren diep al in het beton, de bloemen,
iemand brengt ze alsnog. Wat is dat? De boodschappers,
uit de dode wereld, de aarde,
dus dat was het, je rende sneller nog, de mist,
dik, je hoort het schreeuwen steeds, diep, onder
je voeten, je hebt ze toch allemaal opgehangen, een
stomme ruk, stevig ingekerfd, in elke nacht.
Wat ga je doen? De steen in de schoen, het was jouw tafel, waar
zij aan zaten, die je naar de trein bracht, naar de
veewagen, de wind kent hun namen,
de kinderen staan op, je bedekt je oren nu,
dat niet, de schoorsteen die de lucht vrat,
we zien jou, de steen die jouw naam
draagt, de spiegel, scherven, de aarde,
opengescheurd,
jij, vader, moeder, je hield mijn hand vast, jullie hebben
helemaal niets gezien, en wij, als hersenschimmen,
in de rook, spoken toch, tot steen bevroren,
Ik ben steeds nog elke nacht bang, ik keek niet weg, de
beulen, de kappen vielen,
Ik zat in de kelder, in het oor, de bommen. ik heb de
mensen met de gele ster gezien.
Ze zwaaiden niet.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Horst Bingel (6 oktober 1933 – 14 april 2008)

 

Zie voor de schrijvers van de 7e oktober ook mijn blog van 7 oktober 2018 deel 1 en eveneens deel 2.