Eliette Abécassis, Mordecai Richler, Ethan Mordden, Guy Vaes, Bernd Jentzsch

De Franse schrijfster Eliette Abécassis werd geboren op 27 januari 1969 in Straatsburg. Zie ook alle tags voor Eliette Abécassis op dit blog.

 

Uit: La dernière tribu

“Et moi, j’étais Ary, le lion, le Messie des esséniens, et mon cœur, tel l’oiseau qui a perdu son nid, soupirait, languissait après le parvis du Temple. Je ne cessais de tourner mes prières vers Jérusalem. En ma grande prière du matin, de midi et du soir, je faisais des supplications pour le retour des exilés et la restauration de la Cité de la Paix. Mes jours de jeûne et mes jours de deuil étaient des anniversaires de nos désastres nationaux, et les services les plus solennels de notre rituel concluaient par l’invocation : l’an prochain à Jérusalem.

(…)

“Ô mes amis, vous qui me suivez, ô vous qui savez. Comment vous dire ? Comment trouver les mots pour exprimer ce que j’ai ressenti ? Je n’avais jamais connu telle force, telle intensité, telle joie, telle unité que celle-ci, il ne m’avait jamais été donné de contempler une telle beauté, une telle immensité, une telle grandeur, sublime entre toutes, réelle et irréelle, terrestre et surhumaine, antique et actuelle, évanescente et éternelle, profonde et céleste, immense et minuscule, ordinaire et extraordinaire. Comment dire ? Comment le comprendre ?”

 

Eliette Abécassis (Straatsburg, 27 januari 1969)

Lees verder “Eliette Abécassis, Mordecai Richler, Ethan Mordden, Guy Vaes, Bernd Jentzsch”

Rudolf Geel, Ilja Ehrenburg, Mikhail Saltykov-Shchedrin, Neel Doff, Balduin Möllhausen

De Nederlandse schrijver Rudolf Geel werd geboren in Amsterdam op 27 januari 1941. Zie ook alle tags voor Rudolf Geel op dit blog.

 

Uit: De voeten van Petrus

“God, zegt men, na vier jaar terug in Rome op het Forum Romanum. Er is hier ook werkelijk niets veranderd.

En het lijkt zelfs of de steenmassa’s nog zijn toegenomen.

Op de Palatijn blijkt dat laatste overigens niet juist: naast de Casa di Livia is een zona periculosa waar een nieuw brok oudheid zichtbaar wordt gemaakt.

Terugkeer naar de eerste waarneming: terwijl ik ouder word, theoretisch verder af moet raken van deze geschiedenis, kom ik er desondanks dichterbij. Er is wel iets veranderd. Het zal nog generaties lang dichterbij komen. Als nu een generatie x, na ons, ertoe mocht komen om ons uit te graven (want wie weet of wij niet onder steen bedolven zullen raken), zal hem dan een zelfde geluksgevoel bevangen? Een soort heimwee, een snipper van het onbereikbare in handen te hebben? De eeuwige tijd één brokstuk te slim af te zijn?

Overstekend naar het Colosseum word ik bijna door een Amerikaan overreden. Ik tik op mijn hoofd. Hij wuift. Zo gaat het, en niet anders, in Vietnam. Ook binnen de geschiedenis raakt men zijn heden niet kwijt.”

 

Rudolf Geel (Amsterdam, 27 januari 1941)

Lees verder “Rudolf Geel, Ilja Ehrenburg, Mikhail Saltykov-Shchedrin, Neel Doff, Balduin Möllhausen”

Menno ter Braak, Achim von Arnim, Jonathan Carroll, Gerrit Jan Zwier

De Nederlandse schrijver Menno ter Braak werd geboren op 26 januari 1902 in Eibergen. Zie ook alle tags voor Menno ter Braak op dit blog.

 

Uit: Dr. Dumay verliest…

“Het was behaaglijk in de klas; buiten de zon, die voorbij, gelukkig niet in het lokaal scheen, binnen schriftelijk werk, lichte zuchten van schrijvende wezens, die hun pen niet goed vasthouden en zich al werkende vervelen. Een enkele maal vroeg iemand iets, om iets te vragen. In de verte sloeg de torenklok. Twintig minuten voorbij, constateerde Dumay tevreden, hoewel de aangename temperatuur van de omgeving hem eigenlijk niet naar andere dingen deed verlangen. Over een half uur zou het tijd zijn om koffie te gaan drinken, zonder haast; er volgde een vrije middag.

Hij liep met over de borst gekruiste armen heen en weer en telde zijn passen. Niet om het tellen, maar omdat hij zich daaraan gewend had; ondertusschen hield hij de jongens, die verdachte bewegingen maakten, in het oog. Bij het open raam gekomen zag hij naar buiten. Over het plein, waaraan het gymnasium gebouwd was, bewogen zich hier en daar menschen; de lucht was scherp, de menschen waren duidelijk als op de schilderijen van de primitieven; een werkman schoor het plantsoen kaal; zijn pet had hij op een paaltje gehangen. Het is een amusante tijd, de lente; de leeraren beginnen het land te krijgen, maar de groote vacantie is in het zicht, daarover spreken zij met warmte in hun stem. Zij leven op de vacanties, zij weten precies: over zooveel weken en zooveel dagen, dan is het zoover, dan trekken we de deur achter ons dicht voor zooveel weken en zooveel dagen, en pas dan en dan, ’s morgens zóó laat, moeten we weer vroeg opstaan en elkaar een hand geven en vragen, waar we alzoo geweest zijn, of we ook zulk beroerd weer hebben gehad, en zeggen, dat er weer een nieuwe cursus begint.

Dumay voelde neiging om een klein sprongetje te maken, een heel klein sprongetje, meer niet; maar hij liet het na, voor zijn prestige, en hervatte zijn teloefening. Vijf passen tot den bordewisscher. Toen bedacht hij, dat Marie dien middag kwam theedrinken. Marie was slank en geestig, maar dat was zij nu al drie jaar lang, en zij kwam, onafwendbaar; het was trouwens gezellig, dat zij kwam. Echt iemand, om Marie te heeten; niet Maria, of Mary, maar Marie; een magere, lange naam, niet zoo lang als Margriet weliswaar, maar langer dan Maria en minder mollig dan Mary…. Nog achttien thema’s te corrigeeren over de trappen van vergelijking.”

 

Menno ter Braak (26 januari 1902 – 14 mei 1940)

Lees verder “Menno ter Braak, Achim von Arnim, Jonathan Carroll, Gerrit Jan Zwier”

Bhai, Rudolf Alexander Schröder, François Coppée, Eugène Sue, Jochen Missfeldt

De Surinaamse dichter Bhai (eig.James Ramlall) werd geboren op 26 januari 1935 in het toenmalige district Suriname. Zie ook alle tags voor Bhai op dit blog.

 

Het gordijn

Van de stilte

Hangt

Tussen ons in

En houdt

De tijd

Van toen en nu

Gescheiden

Onhoorbaar

Is de pijn

Van het heden

En onmerkbaar

Het verdriet

Zo ligt

De tijd

Van toen en nu

Gescheiden

Ook straks

Wordt nu

Dan toen

 

Bied bloemen

Bied bloemen
Aan het open graf
De tijd staat stil
Nu de eeuwigheid begint
Dit leven is niets meer
Dan ritselen
Dwarrelen
En dan voorgoed verdorren

 

Bhai (District Suriname, 26 januari 1935)

Lees verder “Bhai, Rudolf Alexander Schröder, François Coppée, Eugène Sue, Jochen Missfeldt”

Philip José Farmer, Alfons Paquet, Lode Baekelmans, Jan van Hoogstraten, Delphine Gay, Sabino Arana Goiri

De Amerikaanse schrijver Philip José Farmer werd geboren in North Terre Haute (Indiana) op 26 januari 1918. Zie ook alle tags voor Philip José Farmer op dit blog.

 

Uit: The Magic Labyrinth

“The satellite had kept track of the Operator and the Ethicals, except for himself, and the agents in The Rivervalley, beaming its messages to the grail which was more than a grail. Then the map had faded from the gray surface, and X had known that something had malfunctioned in the satellite. From now on he could be surprised by the Operator, by the agents, and by the other Ethical.

Long ago, X had made arrangements to track all those from the tower and the underground chambers. He had secretly installed the mechanism in the satellite. The others would have put in a device to track him, of course. But his aura-distorter had fooled the mechanism. The distorter had also enabled him to lie to the council of twelve.

Now, he was as ignorant and helpless as the others.

However, if anybody on this world would be taken aboard by Clemens, even if the complement was full, it would be the Operator. One look at him, and Clemens would stop the boat and hail him aboard.

And when the Mark Twain came along, and he, X, managed to become a crew member, he would have to avoid the Operator until he could take him by surprise.

The disguise, good enough to fool even the other stranded Ethical, would not deceive that great intelligence. He would recognize X instantly, and then he, X, would have no chance. Strong and quick as he was, the Operator was stronger and quicker.”

 

Philip José Farmer (26 januari 1918 – 25 februari 2009)

Lees verder “Philip José Farmer, Alfons Paquet, Lode Baekelmans, Jan van Hoogstraten, Delphine Gay, Sabino Arana Goiri”

William S. Maugham, Virginia Woolf, Renate Dorrestein, Stephen Chbosky, David Grossman

De Engelse schrijver William Somerset Maugham werd geboren in Parijs op 25 januari 1874. Zie ook alle tags voor William Somerset Maugham op dit blog.

 

Uit: A Writer’s Notebook (1894)

“There are two kinds of friendship. The first is a friendship of animal attraction; you like your friend not for any particular qualities or gifts, but simply because you are drawn to him. C’est mon ami parce que je l’aime parce que c’est mon ami’. It is unreasoning and unreasonable; and by the irony of things it is probable that you will have this feeling for someone quite unworthy of it. This kind of friendship, though sex has no active part in it, is really akin to love: it arises in the same way, and it is not improbable that it declines in the same way.
The second kind of friendship is intellectual. You are attracted by the gifts of your new acquaintance. His ideas are unfamiliar; he has seen sides of life of which you are ignorant; his experience is impressive. But every well has a bottom and finally your friend will come to the end of what he has to tell you: this is the moment decisive for the continuation of your friendship. If he has nothing more in him than his experience and his reading have taught him, he can no longer interest or amuse you. The well is empty, and when you let the bucket down, nothing comes up. This explains why one so quickly makes warm friendships with new acquaintances and as quickly breaks them: also the dislike one feels for these persons afterwards, for the disappointment one experiences on discovering that one’s admiration was misplaced turns into contempt and aversion. Sometimes, for one reason or another, however, you continue to frequent these people. The way to profit by their society then is to make them yield you the advantages of new friends; by seeing them only at sufficiently long intervals to allow them to acquire fresh experiences and new thoughts. Gradually, the disappointment you experienced at the discovery of their shallowness will wear off, habit brings with it an indulgence for their defects and you may keep up a pleasant friendship with them for many years. But if, having got to the end of your friend’s acquired knowledge, you find that he has something more, character, sensibility and a restless mind, then your friendship will grow stronger, and you will have a relationship as delightful in its way as the other friendship of physical attraction.”

 

William Somerset Maugham (25 januari 1874 – 16 december 1965)

Lees verder “William S. Maugham, Virginia Woolf, Renate Dorrestein, Stephen Chbosky, David Grossman”

E. Th. A. Hoffmann, Ivan Ivanji, Eugen Roth, Vicky Baum, Ulrich Holbein, Edith Wharton

De Duitse dichter en schrijver Ernst Theodor Amadeus Hoffmann werd geboren in Koningsbergen op 24 januari 1776. Zie ook alle tags voor E. Th. A. Hoffmann op dit blog.

Uit: De gouden vaas (Vertaald door Karel Wasch)

“Op Hemelvaartsdag, ’s middags om drie uur, holde een jonge man in Dresden de Zwarte Poort door en kwam midden in een korf met appelen en koeken terecht, die een oud, leelijk wijf te koop bood, zoodat alles wat ongekneusd bleef eruit werd geslingerd en de straatjongens leutig den buit gingen verdeelen, die hun de haastige heer had toegeworpen. Op de jammerklachten, die de oude vrouw aanstemde, verlieten de geburen haar koek- en brandewijnstalletjes, omringden den jongen man en scholden op hem los met grove heftigheid, zoodat hij, sprakeloos van ergernis en schaamte, haar zijn kleinen, niet bijster gevulden geldbuidel toestak, welken de oude begeerig aangreep en haastig wegborg. Nu opende zich de vastgesloten kring, en terwijl de jonge man eruit schoot riep de oude hem na: „Ja, ren maar, ren maar door, Satanskind — in ’t kristal kom je ten val, in ’t kristal.”

De schelle, krijschende stem van het wijf had zoo iets ontzettends, dat voorbijgangers verwonderd staan bleven en het gelach, dat zich eerst verbreid had, op eens verstomde. De student Anselmus (niemand anders was de jonge man) werd, ofschoon hij de wonderlijke woorden der oude gansch niet begreep, door een huivering bevangen en nog meer verhaastte hij zijn tred om zich aan de op hem gerichte blikken der nieuwsgierige menigte te onttrekken. En terwijl hij zich door het gewoel der fraai-uitgedoste menschen heenwerkte, hoorde hij rondom mompelen: „die arme jongen, hè, om zoo’n vervloekt wijf.” Want op wonderdadige wijze hadden de geheim-zware woorden der oude aan het belachelijk avontuur een zekere dramatische wending gegeven, waardoor men den van tevoren gansch onopgemerkte nu met deelneming nazag. En de vrouwen vergaven om zijn goedgevormd gezicht, waarvan het expressieve nog verhoogd werd door innerlijke woede, zoowel als om zijn krachtigen bouw, den jongeling alle onhandigheid en het zich buiten ’t gebied van elke mode bevinden zijner kleedij.”

E. Th. A. Hoffmann (24 januari 1776 – 25 juni 1822)

Lees verder “E. Th. A. Hoffmann, Ivan Ivanji, Eugen Roth, Vicky Baum, Ulrich Holbein, Edith Wharton”

Wouter van Heiningen, Stendhal, Derek Walcott, Françoise Dorin, João Ubaldo Ribeiro

De Nederlandse dichter Wouter van Heiningen werd geboren op 23 januari 1963 in Leidschendam. Zie ook alle tags voor Wouter van Heiningen op dit blog.

Voor mijn vader

In de herfst van je leven
doe je warme schoenen aan
en een stevige jas
tegen het guur

Je trekt nog eenmaal
een beschutting op
in oude woorden
om vroegere dromen

Zilverwit blad dwarrelt
oneindig langzaam
maar onvermijdelijk
naar de koude harde grond

Je merkt de zachte
landing op
en beseft
dat in berusting
waarheid wordt gevonden

 

Schaakmeisje

Vlindervlug vloog je mijn verhalen binnen
Je dienaren nederig in je verblindende nabijheid
Je nam bloemen mee en honing
Waarmee je mij de mond snoerde

Je bracht je legers onder bij vrienden
Liet ze jagen op onooglijke vijanden
Tegenstanders van schoonheid en jeugd
Maar mij had je al ingelijfd

Je groeide door naar grote hoogten
Wurmde je los uit zoveel geschiedenis
Zocht je geluk en vond het in een ander gevecht
En liet mij achter, dankbaar en geïnspireerd

Eens was je een schaakmeisje
Onschuldig en zoekend naar de prins
Niet het paard, maar nu, zoveel later
Toon je mij een ware koningin

Wouter van Heiningen (Leidschendam, 23 januari 1963)

Lees verder “Wouter van Heiningen, Stendhal, Derek Walcott, Françoise Dorin, João Ubaldo Ribeiro”

Wilhelm Genazino, Rainer Stolz, Lord Byron, Krzysztof Kamil Baczyński

De Duitse schrijver Wilhelm Genazino werd geboren op 22 januari 1943 in Mannheim. Wilhelm Genazino overleed op 12 december van het afgelopen jaar.Zie ook alle tags voor Wilhelm Genazino op dit blog.

Uit: Das Glück in glücksfernen Zeiten

“An einem Tisch rechts von mir höre ich jemanden einen Satz sagen, den ich selbst gerne gesagt hätte: Ich bin mal wieder der einzige, der auf mich Rücksicht nimmt. Eine junge Bedienung stellt einen Cappuccino vor mir ab und wendet mir dann ihren Textrücken zu. Gegen meinen Willen beschleicht mich das vertrauteste Unbehagen: Daß mein Leben nicht so bleiben kann, wie es ist. Groteskerweise bin ich im großen und ganzen mit unseren Verhältnissen zufrieden, das heißt mit unsererWohnung, mit meinem Einkommen, mit meinen quasi ehelichen Verhältnissen, das heißt mit meiner Lebensgefährtin Traudel. Dennoch habe ich den Eindruck, daß die ganze Zeit eine unhaltbare Sache abläuft: mein Leben. In den letzten beiden Monaten ist der innere Drang, mein Leben in neue Bahnen zu lenken, deutlich stärker geworden. Von dem Wunsch nach Veränderung geht ein Druck aus, dem ich fast wehrlos ausgesetzt bin, weil ich nicht die geringste Ahnung habe, wie und womit ich irgendwelche Veränderungen herbeiführen könnte. Das ist nicht die ganze Wahrheit. Dann und wann zeigt sich ein winziger Hoffnungsschimmer, der eine Art Glanz in mir zurückläßt. Traudel polemisiert stark gegen meine Veränderungswünsche. Sie sagt mir immer wieder, daß ich allen Grund habe, mit der Welt und mir zufrieden zu sein. Es ist ein Frevel, sagt sie, daß ein gutsituierter Mensch wie du mit solchen Gespenstereien im Kopf herumläuft.

In der Regel pflichte ich ihr bei und halte für eine Weile den Mund. Ein Trompeter kommt, hängt seine Plastiktüte an einen Pfosten, tritt vor die Leute hin und spielt. Mich frappiert, wie schnell der Trompeter eingesteht, daß er erstens die Trompete kaum beherrscht und zweitens gar nicht Trompete spielen will, sondern lieber betteln möchte.”

 

Wilhelm Genazino (Mannheim, 22 januari 1943)

Lees verder “Wilhelm Genazino, Rainer Stolz, Lord Byron, Krzysztof Kamil Baczyński”

Herwig Hensen, August Strindberg, Gotthold Ephraim Lessing

De Belgische dichter en schrijver Herwig Hensen werd geboren op 22 januari 1917 in Antwerpen. Zie ook alle tags voor Herwig Hensen op dit blog.

 

Uit: Wanhoop is een lekke schuit

Ik bén dit bos. Hazen en herten
vieren in mij hun sprongen uit.
Ik ben beslotenheid en verten,
valstrik en buit.

Ik ben de nesten in de bomen,
de zomerwind, het bladgeruis,
en in het licht achter de zomen
het laatste huis.
Vanuit mijn angsten en mijn listen
ben ik de roep die hevig schreit,
want onder lagen lucht en misten stolt reeds mijn tijd.
Straks zal ik droefheid zijn van regen.
En tussen dag en avondrood
word ik de waanzin van de weengen, dan de dood.

 

Herwig Hensen (22 januari 1917 – 24 mei 1989)
Omstreeks 1939

Lees verder “Herwig Hensen, August Strindberg, Gotthold Ephraim Lessing”