Bij Maria Visitatie
De Visitatie door Juan Bautista Maíno, 1636
The Visitation
She had not held her secret long enough
To covet it but wished it shared as though
Telling would tame the terrifying moment
When she, most calm in her own afternoon,
Felt the intrepid angel, heard
His beating wings, his voice across her prayer.
This was the thing she needed to impart,
The uncalm moment, the strange interruption,
The angel bringing pain disguised as joy,
But mixed with this was something she could share
And not abandon, simply how
A child sprang in her like the first of seeds.
And in the stillness of that other day
The afternoon exposed its emptiness
Shadows drift from light, the long road turning
In a dry sequence of the sun. And she
No apprehensive figure seemed,
Only a moving silence though the land.
And all her journeying was a caressing
Within her mind of secrets to be spoken.
The simple fact of birth soon overshadowed
The shadow of the angel. When she came
Close to her cousin’s house she kept
Only the message of her happiness.
And those two women in their quick embrace
Gazed at each other with looks undisturbed
By men or miracles. It was the child
who laid his shadow on their afternoon
By stirring suddenly, by bringing
Back the broad echoes of those beating wings.
Elizabeth Jennings (18 juli 1926 – 26 oktober 2001)
De St Botolph’s kerk in Boston, Lincolnshire, de geboorteplaats van Elizabeth Jennings
De Amerikaanse dichter Walt Whitman werd geboren op 31 mei 1819 in Westhills, Long Island, New York. Zie ook alle tags voor Whalt Whitman op dit blog.
HET LIED VAN MIJN EIGEN IK
3.
Heeft iemand ooit gemeend, dat het gelukkig was geboren
te zijn?
Ik haast mij hem of haar te zeggen, dat ’t even gelukkig is te
sterven, en ik weet dat.
Ik ga den dood door met den stervende en het leven door
met het zoo-even ontbonden kind, en wat gij daar van mij
ziet tusschen laarzen en hoed is niet mijn geheele Ikheid.
Mijn leven is het leven der menigvuldigheid en in die menigvuldigheid
zijn daar niet twee eveneens en allen zijn goed,
De aarde goed, de sterren goed en alles wat daarop of omheen
leeft goed.
Ik ben geen aarde, ook geen satelliet van een aarde,
Ik ben de maat en gezel van menschen die allen even onsterflijk
en vademloos zijn als ik-zelf ben,
(Zij weten niet hoe onsterflijk, maar ik weet ’t).
Iedere mensch leeft voor zichzelf en voor wat zijn leven is,
ik leef voor mij en weet wat mijn is, mannelijk en
vrouwelijk,
Zij zijn mijn die knapen geweest zijn en vrouwen begeeren,
Hij is mijn de man, de fiere, die het steken voelt der
geringschatting,
Zij is mijn de verloofde, en de oude maagd is mijn, zij zijn
mijn de moeders en de moeders van moeders,
Mijn zijn de lippen die glimlachen en de oogen die tranen
storten,
Mijn zijn de kinderen en die kinderen gewinnen.
Naakt! Voor mij hebt gij geen schuld, door mij wondt gij niet
uitgeworpen, door mij niet geminacht,
Ik zie U door kleed en hemd in de ziel,
Ik omgeef U, ik laat niet af voor ik U gewonnen heb, ik ben
onvermoeid, gij kunt mij niet afschudden.
Vertaald door Maurits Wagenvoort
Walt Whitman (31 mei 1819 – 26 maart 1893)
Portret door Herbert Gilchrist, 1887
Zie voor nog meer schrijvers van de 31e mei ook mijn blog van 31 mei 2020 en eveneens mijn blog van 31 mei 2019 en ook mijn blog van 31 mei 2017 en ook mijn blog van 31 mei 2015 deel 2.