De Nederlandse dichter, landbouwkundige en landheer Anthony Christiaan Winand Staring werd geboren in Gendringen op 24 januari 1767. Zie ook alle tags voor Anthony Staring op dit blog.
In een vriendenrol.
1823.
Elk zoekt Geluk; maar talloos zijn de paden,
Waarlangs wij zoekend grafwaarts gaan.
De zucht naar Goud, naar Weeld’, naar Magt, naar Lauwerbladen
Kiest onderscheiden baan.
Op ónzen weg zweeft, lokkend, voor ons henen
Der Kunsten en der Muzen Koor.
Met ons kwam Liefde zich, als togtgenoot, vereenen –
Houdt Vriendschap ’t eigen spoor.
In milden glans ontluikt voor onze treden
Een bloei, des nijvren plukkers waard,
Wiens oog niet, afgedwaald, voorbij ’t Genoeg van Heden
Op ’t Veel van Morgen staart.
Dat zóó – mijn Vriend! – dat zóó ons heil moog’ duren!
Dat ons erkentlijk offer geur’;
Tot eens de jongste koom’ van de ons bescheiden Uren,
En de aardsche voorhang scheur’!
Het geluk.
Wat baat den stervling al zijn zwoegen?
Wat noopt de waan hem vroeg en spaâ?
Wat klimt hij ’t lokkend schijngenoegen,
Van rots tot rots, aamechtig na?
In ’t eind op hachlijk steil verheven,
O arme vreugd! hij staart in ’t rond,
Om fluks weêr naar een kruin te streven,
Gezien van breeder horizont.
Een Dwaze hang’, met gierige oogen,
Aan roem, of magt, of goud, of eer;
Tevreên, in ’t lot haar toegewogen,
Knielt stille Wijsheid dankend neêr.
’t Geluk is veil voor zweet noch zorgen;
’t Ontvlugt hem, die naar hooger staat;
Maar toeft, in ’t schuilend dal verborgen,
Als huisgenoot, bij Middelmaat.
De winterroos.
Versliept gij ’t zoet der Lentedagen,
Traag Roosje, dat gij nu nog waakt?
Uw Zusters toefde, in hof en hagen,
Een rust, die gij alleen niet smaakt!
Moge u de storm ten Zefir wezen,
Arm Bloemtje, spreek, wat wint ge er bij?
’t Genot der vreugd, hoe uitgelezen.
Is, ongedeeld, van geen waardij.
Anthony Staring (24 januari 1767 – 18 augustus 1840)
Standbeeld in Vorden
De Westindische dichter en schrijver Derek Walcott werd geboren op 23 januari 1930 op St. Lucia, een van de kleine Bovenwindse Eilanden. Zie ook alle tags voor Derek Walcott op dit blog.
Zes ficties
V
Hij kon de honden horen in de verte, en hun gekef
leidde hem naar het kerkje dat oprees naast de weg,
maar hij ging niet naar binnen. Dit was te min voor gebed
en de zwarte honden waren slechts zijn gedachten in nachten van vrees
door de strakke en lonende bossen van Santa Cruz;
zijn hart hobbelt, bubbelend bloed als bessen op zijn spoor,
drie of vier palmen heffen hun kroon en de gekke papegaaienkreten
zijn als het gekletter van getuigen in een obsceen proces,
maar ze doorkruisen een roze hemel en vervagen en er komt soelaas.
In de hete, holle middag gaat er een schreeuw door het dal,
er zweeft een havik en achter de vlam van de immortelle brandt een heuvel
met een kolom van blauwe rook; dit is alles wat er is aan waarde.
O bladeren, vermenigvuldig de dagen van mijn afwezigheid en trek ze af
van de vernedering der bestraffing, de hinderlaag van schande
om wat ze zijn: excrement, onwaardig voor elk thema,
niet de knoest en de houding van een ceder of het buigzaam gras,
alleen de hoon van onverschilligheid, van beschimping doorstaan
als de lenige duik van takken die zwiepen met de gratie
van het verduren, buigend onder de manier waarop de bamboe
de horizontale vlagen van de regen gehoorzaamt, geen martelaarschap
maar natuurlijke meegaandheid; er was een huis beneden hem
waar hij zonder een wond meer dan welkom was,
en vriendelijke honden kwamen zich bij de poort verdringen om zijn stem.
Vertaald door Jan Eijkelboom
Derek Walcott (23 januari 1930 – 17 maart 2017)
Borstbeeld in Castries, Saint Lucia
Zie voor nog meer schrijvers van de 24e januari ook mijn blog van 24 januari 2024 en ook mijn blog van 24 januari 2021 en ook mijn blog van 24 januari 2019 en ook mijn blog van 24 januari 2017 en ook mijn blog van 24 januari 2016 deel 2.