Sheema Kalbasi, Christian Filips

De Iraanse dichteres, vertaalster en mensenrechten-advocate Sheema Kalbasi werd geboren op 20 november 1972 in Teheran. Zie ook alle tags voor Sheema Kalbasi op dit blog

 

Necessity

I wear your perfume on my skin
Don’t be unkind
Like wild flowers shy under the sun
Don’t seek the truth,
I tell you none exists
Everything has an expiration date
Love, life, identity, even abnormality.
We are travelers,
Some of us just leave the suitcase at home
So that our hands won’t suffer the weight of our guilt.

 

Blood and Barriers

I press my hands against the wall,
Dragging my nails, counting to ten.
The holes in my mind bleed into the wall’s.
I count to ten: my nails, my bruised flesh, my shattered arms.
I rest my head against the wall,
The gaping holes, the angry red patches. I count to ten,
The voids in my mind syncing with my coughs and my mother’s distant voice.
I count to ten, my broken back writhing and twisting,
Numb to the pain. Ten, nine, eight, seven, six.
I trace my neck with my hand, my nails shattered,
Blood in my hair, still fresh and vivid.
Five, four, three, two, one.
Here, the windows are dark and silent.
Maybe you’ll see me in the tall mirrors of your bright home,
Maybe you’ll write about me, maybe you’ll forget.
With you, I am ten steps away—From here to your smile,
To your kohl-lined eyes. I crack walnuts.
Seven, six, five.
On Wednesday, with your hands, I collapse to the ground.
Here, here, here.
Today, I’ll begin my humanitarian work
By biting the streets.
Ten, nine, eight. And I count to ten.
Come with me, offer your hands,
Let’s press against the wall together,
Paint the bloody walls white.
Maybe, once again, a mother
Will not watch her children hanged. Maybe a student
Will not face the exam in shackles.
Come, let me kiss you, let my tongue trace your lips,
Let your hands explore my body,
Let’s make our flesh familiar, Let’s celebrate our union.
Here, once more, Iranian sacrificial meat crushed in the prison’s corner.

 

Sheema Kalbasi (Teheran, 20 november 1972)

 

De Duitse dichter, schrijver, acteur en regisseur Christian Filips werd geboren op 22 november 1981 in Osthofen. Zie ook alle tags voor Christian Filips op dit blog.

 

Ik zit nog steeds waar jij me hoog en droog achterliet

op de muur van je vader, hoog daarboven

(landschap met kraanvogel, riet
en briesje, verder naar achter)

hoor ik je
langs je heen…

en hoor
een riviergod, zo jong

die tegen de hoge, edele

pist (muur in de
avondschemer)

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Christian Filips (Osthofen, 22 november 1981)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 20e november ook mijn blog van 20 november 2023 en ook mijn blog van 20 november 2020 en ook mijn blog van 20 november 2018 en eveneens mijn blog van 20 november 2017.

Scott Cairns

De Amerikaanse dichter, librettist en essayist Scott Cairns werd geboren op 19 november 1954 in Tacoma, Washington. Zie ook alle tags voor Scott Cairns op dit blog.

 

Threnody

The dream is recurrent, and yes
the dream can leave me weeping,
waking with a start, confused,
and pressing my wet face hard
into the pillow. That is to say
the dream is very bitter.

The scenes are various, the gist
unchanging: my father returns,
and we all are at once elated
that his death was apparently
an error, that he had simply
been away, a visit to the shore.

Then, increasingly, I grow
uneasy about how deeply
he has changed. He is both frail
and distracted (or it could be
that he withholds some matter
habiting his mind), and none of us

dares speak, neither of his death nor
of his sudden, startling return.
We share other confusions as well:
He has arrived in the camper truck
he drove when I was a boy, but my wife
and children are also here to greet him,

even my son, whom he has never met.
Often, in the dream, I am the one
who first suspects he cannot stay.
I am the one who sees but cannot say
his visit will be brief. And just
as I suspected, as I feared, I wake.

 

Irreducible is what I’m after,

which is why I cannot mind so much observing
how words are more precise or less precise, but they
are not exact. Not ever. No. And yes, each proves
solicitous and pleasant on the tongue, and more
than a little tolerant of one’s most earnest
yammering; still, the promise of each word abides
within its endless, inarticulate expanse,
thank God. The dancing figures of the utterance
forever spin their circles; they forever turn
upon the sawdust littered floor. And even as
I speak I see my good intentions leaping clean
beyond my reach, and each for its duration lifts
the stillness into trouble. For its bright moment,
each obtains for each a little taste of what lit
distance one might entertain, thus irreducible.

 

Necropolis

Niet zomaar een ijsje, hoewel de glans
van deze skeletachtige figuren de
gemoedstoestand van die grijnzende snoepjes raken
die jein Mexico vindt, zeg maar, begin november ,
hoewel hier elk gezicht verontrustend bekend is,
de stijl vertoont die je aanneemt, net als je
elke verdere stijl afwijst—nectar die je drinkt als je
je laatste, emotieloze adem uitblaast, burger
wordt van een minder serieus electoraat. Je leert
in die stad eindelijk hoe je van een lekkernij kunt genieten,
zelfs als je een echte smaak voor deze omstandigheid
nog moet verwerven, zelfs als je het zelf bent
wiens suikers en oliën nu een kalmte bieden
die belooft nooit te eindigen, noch te veranderen.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Scott Cairns (Tacoma, 19 november 1954)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 19e november ook mijn blog van 19 november 2020 en ook mijn blog van 19 november 2018 en eveneens mijn blog van 19 november 2017 deel 3.

Joost Oomen, Scott Cairns

De Nederlandse dichter Joost Oomen werd geboren in De Bilt op 18 november 1980. Zie ook alle tags voor Joost Oomen op dit blog.

 

Gedichten

er zijn er al zoveel van
ik kan beter een beetje gaan vliegeren
er zijn betrekkelijk weinig vliegers
in de lucht

en dan heel in de verte een zilveren fanfare
alsof diezelfde lucht voorzichtig een dennennaald
verliest van een grote den
iets wat je net wel net niet kunt horen

het rinkelen van de glasbak op een avond in de vakantie
het rinkelen van de glasbak waardoor een jonge hond
begint te blaffen

het rinkelen van de glasbak
en een vlieger in een strakblauwe lucht
boven sneeuw.

 

Dan

eerst heb je elkaar
nog nooit gezien

dan heb je elkaar gezien
maar weet je het nog niet
bijvoorbeeld op een groot feest waar je
later van weet dat je er allebei was
als dichte sneeuw
waarin geen vlok geen vlok
de ander zag
maar uiteindelijk samen
in een dekbed belandde

dan zie je elkaar
voor de eerste keer
dan zoen je voor de eerste keer
dan wordt het opeens april
dan hou je van elkaar
dan deel je een nectarine

dan leer je steeds beter
hoe de ander het liefst door de stad wil fietsen
en doe je dat vervolgens ook
dan word je een keer nat
zo nat dat je je schoenen leeg kunt gieten
bij thuiskomst op de donkerblauwe mat

en je gaat allebei op blote voeten naar boven
je gaat in bed liggen met twee koude regenlijven
stijf tegen elkaar aan

dan heb je één keer ruzie in datzelfde bed
dan heb je geen keer ruzie in datzelfde bed
zie je springbalsemien en knijp je erin
dan word je gelukkig en bijt je zachtjes in haar nek

dan zegt ze dat ze niet meer slapen kan
voordat jij ‘tot morgen’ hebt gezegd.

 

Kurkje

ik ben een heel klein kurkje
ik ben een heel klein kurkje
je moet me redden

ik heb een wenkbrauw van stroop
ik heb een wenkbrauw van zout
ik mag mij niet bewegen anders
valt de wenkbrauw van mijn hoofd

ik ben een heel klein kurkje
ik ben een heel klein kurkje
je moet me redden

 

Joost Oomen (De Bilt, 18 november 1980)

 

De Amerikaanse dichter, librettist en essayist Scott Cairns werd geboren op 19 november 1954 in Tacoma, Washington. Zie ook alle tags voor Scott Cairns op dit blog.

 

Idiote Psalmen

2

Een psalm van Isaak, vergezeld door blaffende honden.

O Vormgever van veelkleurige klei en cellulose, O Bewaarder
daarvan, O Subtiele Aanpasser, Agent
van zowel afschuwelijke als onopgemerkte energieën,
laat de ledematen van Uw dienaar niet verstijven
of onnodig verstenen, dwing Uw dienaar niet
om broos te worden, noch verkrampend in het hart,
noch zijn affectieve sympathieën te vernauwen
noch van het vlees noch van de vermeende ziel.
Houd mij voldoende lenig zodat ik kan blijven
genieten van mijn ochtendlijke hardlooprondje tussen de lelies
en de luidruchtige watervogels, zodat ik
kan genieten van deze en elke avondlijke omgang
met de vrouw die u naast mij hebt gezet.
Laat mij dagelijks wakker worden met een bereidheid
om gemakkelijk op te staan, vergezeld
van een dankbare grijns, een duizelige vreugde,
de onsterfelijke verwachting van de idioot,
ondanks het bewijs.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Scott Cairns (Tacoma, 19 november 1954)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 18e november ook mijn blog van 18 november 2023 en ook mijn blog van 18 november 2020 en ook mijn blog van 18 november deel 2 en eveneens deel 3.

Guido van Heulendonk, Chinua Achebe

De Vlaamse schrijver Guido van Heulendonk (pseudoniem van Guido Beelaert) werd geboren in Eeklo op 17 november 1951. Zie ook alle tags voor Guido van Heulendonk op dit blog.

Uit: De kroon met twee pieken

“En het gebeurde dat 2020 zijn einde naderde, en in de bijlagen de gebruikelijke lijstjes verschenen met het beste boek, de beste film of de belangrijkste gebeurtenis van het jaar.
Nadat hij in de laatste categorie vergeefs had gezocht naar een top drie zonder corona, legde Werner Vrysoone zijn krant opzij en roerde een extra suikerklontje door zijn thee.
Het was een natte, grijze middag in december — zo’n typisch weertje waarbij je dacht: fuck diabetes. Laat suiker het antidotum zijn tegen het komende duister.
In de badkamer zong Mary Jane.
‘On a Little Street in Singapore.’
Hij reconstrueerde de tekst uit de gesmoorde klanken die hem bereikten. Dat was makkelijk — ze zong het lied vaak, hij kende het inmiddels vanbuiten. Soms probeerde hij mee te zingen, maar dan maakte hij zich telkens belachelijk. De lome, jazzy melodie was veel te subtiel voor zijn Vlaamse stembanden. Dat Bob Dylan met zijn rauwe rasp er zoiets moois van had kunnen maken, was iets wat hem telkens weer verbaasde als hij Fallen Angels oplegde.
‘On a little street in Singapore/ We’d meet beside a lotus-covered door/ A veil of moonlight on her lonely face.’
Elkaar vinden in een kleine straat. In Singapore. Naast een deur behangen met lotusbloemen. En een maanlichtsluier over haar eenzame gezicht.
Mooi. Maar zo was het niet gegaan. Het was een banale borrel geweest bij gemeenschappelijke vrienden. Weliswaar ook ver weg, maar niet in Singapore. Toch, iedere keer als Mary Jane het lied zong, leek het hem alsof ze elkaar werkelijk zo ontmoet hadden.
En Mary Jane kwám uit Singapore — dat klopte dan weer wel.
Je kan niet alles willen.
Werner Vrysoone stond op, ging naar het raam. Op de verre ring, vele verdiepingen onder hem, begon het mistige verkeer samen te klonteren tot een lange, kronkelende slang, waarin koplampen en staartlichten evenzovele ogen leken op zoek naar de avond, die ongetwijfeld een even mat schouwspel zou bieden als de avond van gisteren, of de dag ervoor, of de dag dáárvoor, waarvan hij zich al niet meer herinnerde of dat een dinsdag of een woensdag was geweest.
Hij dronk zijn thee, rechtop, zijn blik op het grootstedelijk panorama gericht, de kathedraal, de kranen van de haven, waarboven — heel kort — een vliegtuig een laatste zonnestraal ving voor liet verdween in een zwart wolkencomplex. Hij prees zich gelukkig niet aan boord te zijn.
Hij dacht: gesteld dat ik een lijstje moest opstellen, wat zou ik bovenaan zetten?
Voor boeken en films had hij te weinig expertise, vond hij. Belangrijkste gebeurtenis? Hij aarzelde. Naast hem stond een foto van kleinzoon Anton op de kast: tien geworden in november. Aan de kersttafel straks, bij de cognac, zou hij dat misschien kiezen. Maar hier was hij alleen.”

 

Guido van Heulendonk (Eeklo, 17 november 1951)

 

De Nigeriaanse dichter en schrijver Chinua Achebe werd geboren op 16 november 1930 in Ogidi. Zie ook alle tags voor Chinua Achebe op dit blog.

 

Pijnboom in de lente (voor Leon Damas)

Pijnboom
vlaggendrager
van groene herinnering
over de bres van een troosteloos uur
Trouwe boom
die de wacht hield
alleen in sobere smaragd
Pijnboom
nu verloren in de schaduw
van flamboyant uitgedoste verraders
die schaamteloos terugmarcheren naar de kleuren die ze hebben verraden
Mooie boom
rechtopstaand en betrouwbaar
welke school kan mij leren
jouw stille, koppige trouw?

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Chinua Achebe (16 november 1930 – 21 maart 2013)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 17e november ook mijn blog van 17 november 2018 deel 1 en eveneens deel 2.

Craig Arnold, Chinua Achebe, Yves De Bosscher

De Amerikaanse dichter Craig Arnold werd geboren op 16 november 1967 in Temple, Californië. Zie ook alle tags voor Craig Arnold op dit blog.

 

ARTICHOKE

Edible flowers might be colorful,
but this one sports its G.I. olive drab
for camouflage.
— Who’s it trying to fool?

It is a nymph that some god wants to grab
and have his way with, I explain. She scorns
his lust; and when he sees he’s met his match,
he turns her to a flower, covered with thorns
to keep her other lovers out of reach.

You say You made that up. You say That’s sick.
You say The things men think of are so cruel.

Under the bamboo steamer there’s a slick
of emerald green water. I watch you pull
the petals off, each with a warm knot
of paler flesh left hanging at the root.

A ‘loves me, loves me not’ sort of endeavor,
I say, but you don’t laugh. It hasn’t been
that long since liking me for being clever
stopped being enough for you. Sly pangolin,
endearingly nearsighted, belly rolled
up a spiky ball—that’s how I keep
my wits about me.
I notice how you’ve polled
the petal-points an inch, and how you scrape
each leaf with your incisors, the two
small grooves they leave. It makes me sick to watch.

—You’re awfully quiet today. What’s wrong with you?
I want to tell you what … but there’s a catch,
deep in the throat, that stops me, makes me choke
the words back, crack another pointless joke.

 

Mulberry

You have towered here
leaning half over the wall
all my awareness

years before I knew
what silkworm was or China
I felt your berries

pulp under my feet
tracked your purple all over
grandmother’s carpet

a sapling planted
by some sea captain to make
shade for a future

This winter you lost
one of  your long low branches
to a backed-up car

and the old woman
who has known you all her life
wept at the split wood

Your bark is wrinkled
more deeply than any face
you live so slowly

do our voices sound
to you like the fluttering
of  paper moth wings

do we seem rootless
holding fast to the anchor
of  the saddest things

 

Craig Arnold (16 november 1967 – 27 april 2009)

 

De Nigeriaanse dichter en schrijver Chinua Achebe werd geboren op 16 november 1930 in Ogidi. Zie ook alle tags voor Chinua Achebe op dit blog.

 

Antwoord

Ik verbrak eindelijk
de met angst omgeven fascinatie
die mijn oude blik bond
aan die zich verdringende gezichten
van plundering en greep mijn
restantleven in een wonder
van beslissing tussen witte-
boordenhanden en schudde het
als een goedkoop horloge in
mijn oor en gooide het
naast me op de grond
en stond op. Ik
maakte van hun schouders
en hoofden die op en neer gingen
een nieuwe ladder en zette hem
tegen hun zwetende flanken
en klom omhoog tot in de lucht
mijn handen zo nieuw voor hardheid
konden de ruwheid van een stekelige
dag beetpakken en de bron dempen
die turbulentie aan hun
voeten voedde. Ik maakte een dramatische
afdaling die dag en landde
achteruit in hurkende schaduwen
in potscherven van gebroken trance. Ik
gooide lang niet meer gebruikte ramen en deuren open
en zag mijn hut
opnieuw geveegd door regenboogbezems
van zonlicht weer mijn thuis worden
waar op de vloer van de ontmoeting
mijn trotse, levendige leven wachtte.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Chinua Achebe (16 november 1930 – 21 maart 2013)

 

De Vlaamse schrijver, dichter en politicus Yves De Bosscher werd geboren in Kortrijk op 16 november 1970. Zie ook alle tags voor Yves De Bosscher op dit blog.

 

Moordkuil

Gooi de moordkuil dicht,
doe het nu
de uren zijn gerijpt
in gouden licht.

Sleep breuksteen aan
uit een andere aarde
zeg me niet van waar,
er waaien reeds genoeg
geheimen met de wind.

 

Lessen over de oorlog

maan de dauw uit de loopgraven
blaas het kopergroen klaroen
want we praten weer over onze oorlog

correctie: de oorlogen, de groote,
de min of meer grote en zelfs de kleine,
de verloren en gewonnen gewaande dagen
van weleer of van morgen
die zoals het zulke dagen betaamt
ook voorbij zijn gegaan

weer het bloed uit oude prenten
en verzen vol verlies, rood is
dood en rauw is de kleur
van het berouw

we praten weer over de oorlog
maar de doden
hebben ons niets geleerd dan dat
de vrede enkel wordt gevonden
diep in de aarde
van winnaars en verliezers

 

Yves De Bosscher (Kortrijk, 16 november 1970)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 16e november ook mijn blog van 16 november 2018 en eveneens mijn blog van 16 november 2014 deel 2.

Clemens J. Setz, Ted Berrigan

De Oostenrijkse dichter, schrijver en vertaler Clemens J. Setz werd geboren op 15 november 1982 in Graz. Zie ook alle tags voor Clemens J. Setz op dit blog.

 

Der Präsident

Harry Houdini schrieb jeden Tag
einen Liebesbrief an seine Frau
Sie wohnte im Erdgeschoss des Hauses
er im ersten Stock

In den Briefen berichtet Houdini oft
von einem imaginären Sohn
den er nach seinem eigenen Vater
Mayer Samuel nannte

Die Briefe beschreiben Mayer Samuels
Abenteuer in der Welt
und zeugen vom großen Stolz des Vaters
auf seinen mutigen Sohn

Erst an dem Punkt da Mayer Samuel
Präsident der Vereinigten Staaten wird
hören die Briefe
plötzlich auf

 

Über Papageien

Kinderlose Papageien
die frei in der Wohnung fliegen
beginnen manchmal Schuhe zu füttern

Sie halten sie für offene Schnäbel
und sammeln Körner für sie

Kein noch so hochhackiges
fremdes Paar Stiefel
das nur eine Nacht hier stehen blieb
muss leer nach Hause gehen

 

Schutzkleidung

Um sich den Schlafstätten zu nähern,
auf denen er zwanzig Jahre lang gelegen ist
und sich geduldig die Pfoten geputzt hat,
braucht man Schutzkleidung.

Ein alter Pullover, eine Jogginghose,
die man sofort danach ausziehen kann,
ein Paar Socken mit Weihnachtsmotiven,
und zwei feuchte Handflächen, auf denen
die Unmengen von Haaren hängen bleiben.

Es hilft auch, die Brille abzusetzen,
so sehen sie alle etwas fremd aus,
die alten Plätze auf dem Fensterbrett,
in der Ecke, und sogar die versteckteste
Stelle unter dem Bett, in einem Winkel,
den man nur erreichen kann, wenn man kaum
mehr Platz beansprucht auf der Welt,
wenn man nicht mehr springt
und auch nicht mehr wartet.
Wenn die Menschen ohne zu murren
zu dir unters Bett kriechen,
um das Malheur, das dir passiert ist,
aufzuwischen, behutsam,
mit einem kleinen Schwamm.

Daher der alte Pullover, die Jogginghose,
die feuchten Handflächen
und die Weihnachtssocken aus dem Jahr 92,
der Zeit, als du zu uns gekommen bist
und unter dem großen geschmückten Baum
immer eingerollt geschlafen hast,
fast jede Nacht, endlich zu Hause,
endlich zurück in der Natur.

 

Clemens J. Setz (Graz, 15 november 1982)

 

De Amerikaanse dichter Ted Berrigan werd geboren op 15 november 1934 in Providence, Rhode Island. Zie ook alle tags voor Ted Berrigan op dit blog.

 

Laatste gedicht

Voordat ik dit leven begon, volgde ik een spoedcursus contraspionage
Toen ik hier was, meldde ik me aan, zie naam hieronder, en voegde
Enkele woorden toe die ik me herinnerde van een eerdere tijd,
“De bedoeling van het organisme is om te overleven.”
Mijn vroegste en gelukkigste herinneringen dateren van vóór WO II,
Ze omvatten een glazen muiltje en een hulpeloze blauwe roos
In een slanke blauwe één roos vaas: De mijne
Was een verhaal zonder plot. De dagen van mijn jaren
In elkaar gevouwen, een gemakkelijke pasvorm, waarin
ik geld verdiende en het uitgaf, leerde dansen en vergat, bloed
Gaf, mijn evenwicht herwon en mezelf een plaats formuleerde
In de maatschappij. 101 St. Mark’s Place, apt. 12A, NYC 10009
New York. Vrienden verschenen en verdwenen, of raakten van streek,
Of bleven; inspirerende vreemden stierven helaas; iedereen
die ik ooit heb gekend, werd enorm oud, behalve ik. Ik bleef
Ergens tussen de 2 en 9 jaar oud. Maar frequente
Reïficatie van mijn eigen ervaringen leverde mij
Meerdere nieuwe woordenschatten op, ik hield daar bijna het meest van.
Ik had ooit de eer om Beckett te ontmoeten en ik vond hem geweldig.
De pillen hielden me op de been, tot nu toe. Liefde en werk,
waren mijn grote geluk, dat andere mensen sterven de bron
Van mijn grote, vreselijke en ongearticuleerde ene verdriet. In mijn tijd
werd ik groot en enorm van gestalte, duidelijk bezeten
Van een losgekoppeld hoofd, had ik een perfect hart. Het einde
kwam snel en volledig zonder pijn, op een rustige nacht toen ik,
Schrijvend, naast je in bed zat, woorden willekeurig gekozen
Van een vermoeid brein, dat, net als zij, geschikt en passend.
Laat niemand spijt hebben van mijn einde die mij vriend noemde.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Ted Berrigan (15 november 1934 – 4 juli 1983)

 

Voor nog meer schrijvers van de 15e november zie ook mijn blog van 15 november 2018 en eveneens mijn blog van 15 november 2015 deel 2 en eveneens deel 3.

NS Publieksprijs voor Adriaan van Dis

NS Publieksprijs voor Adriaan van Dis

De Nederlandse schrijver en televisiemaker Adriaan van Dis heeft dit jaar de NS Publieksprijs gewonnen met zijn roman “Naar zachtheid en een warm omhelzen”. Dat is donderdagavond tijdens de uitzending van actualiteitenrubriek EenVandaag bekendgemaakt. Zie ook alle tags voor Adriaan van Dis op dit blog.

Uit Naar zachtheid en een warm omhelzen

“Soldaten laadden kisten uit. En de man in het blauwe overhemd stond dan zenuwachtig rokend op de stoep. Dat alles zag hij door zijn verrekijker – een geschenk van Ommie. De koperen randen van de kijker zaten vol butsen en de lenzen hadden vast veel gezien en meegemaakt, maar wat, dat wist hij niet. Ommie zweeg erover. Adriaan had het riempje met schoenpoets zijn glans teruggegeven en genoot van het ge-bungel op zijn borst. Het voelde als een tweede hart. Hij streelde hem, zoende hem, sprak ermee en verdween erin, een gewaarwording die hem opwond maar die hij niet begreep. Niet eerder was hij zo vertrouwd met een ding. Ook het foedraal waarin de kijker jaren had liggen slapen maakte hij schoon -uit eerbied, maar ook omdat het stonk. Hij borstelde de moeten uit het roodfluweel. Er stonden zeven gouden letters in de voering gedrukt: MARESCH. Als er niemand in de buurt was, noemde hij de kijker zo.
Na een dag of wat inspecteerde Ommie bezorgd de rode deuken rond zijn ogen. Zijn vingers waren zwart van het koper.
“Wat zie je zoal?” vroeg ze.
“De manke, de manke, en een kind in een kar en…”
“Laat ze met rust.”
“Maar ze zien me toch niet.” ”Nee, maar mensen voelen wel dat er naar ze gekeken wordt. Ogen zijn soms heel gemeen.”
Het was niet alleen het houten been. Het was het geheim dat hem zo boeide, het zwijgen van zijn grootvader als hij naar de manke vroeg. Ommie dreigde zijn verrekijker af te pakken als hij erover begon. En juist omdat het niet mocht stond hij elke morgen voor het raam. Met Maresch als getuige. Kijk. Hoor, daar liep ze. Wie had er nu een houten been? Machtig gezicht, hoe ze steun zocht bij een lantaarnpaal als ze het kind wat hoger hees en een kussen schikte achter zijn rug. Maresch zag haar hijgen en Adriaan hijgde met haar mee. Veilig verscholen achter de vetplant.
Het liefst was hij naar buiten gerend om haar aan te spreken, met haar op te lopen, de kar te helpen duwen, maar hij durfde nog niet over te steken. Zoveel auto’s was hij niet gewend. Hij had al wel geoefend aan de veilige kant van de brede straat en aan de hand van Ommie. Elke dag een stukje verder. Met trillende knieën had hij in zijn eentje de ruïne om de hoek van de singel ontdekt. Verkende met zijn kijker de gescheurde muren, de restanten van een trap, er lag zelfs nog een kachelpijp. En toen hij daar zo stond te turen, sprak een wildvreemde man hem aan:
“Hebben de moffen gedaan. Represaille.”
Een woord dat hij niet kende. Op hetzelfde moment kwam de manke vrouw voorbij, zonder kar, ze was op weg naar de telefooncel. De man stootte hem fluisterend aan: “Daar hinkt de oorlog.”
0, wat was hij opgewonden thuisgekomen. “Vergeet de oorlog”, had Ommie toen gezegd, “daar krijg je galbulten van.”

 

Adriaan van Dis (Bergen aan Zee, 16 december 1946)

Olga Grjasnowa, Tom Hofland, Norbert Krapf

De Duitse schrijfster Olga Grjasnowa werd geboren op 14 november 1984 in Baku  Azerbeidzjan. Zie ook alle tags voor Olga Grjasnowa op dit blog.

Uit: Juli, August, September

„Rosa übernachtete bei einer Freundin aus dem Kindergarten. Es war das erste Mal, dass sie woanders schlief, weswegen ich nicht glaubte, dass es funktionieren würde, also wartete ich. Ich legte die Wäsche zusammen, schaltete den Fernseher erst ein und dann wieder aus und schaute immer wieder aufs Handy. Da gegen zehn Uhr immer noch keine Nachricht gekommen war, beschloss ich, ins Bett zu gehen. Als ich meine in Tränen aufgelöste Tochter eine Stunde später abholte, versicherte mir die andere Mutter, dass nichts passiert sei, Rosa hätte mich bloß vermisst. Nur hatte sie angefangen, noch heftiger zu weinen, sobald sie mich sah. Es hatte lange gedauert, bis ich es geschafft hatte, sie unter den missbilligenden Blicken der anderen Mutter zu beruhigen. Sie schlief im Taxi ein, das Gesicht voller Tränenschlieren. Am nächsten Morgen, auf dem Weg zum Kindergarten, erzählte mir Rosa, dass sie bei ihrer Freundin ein Buch von Adolf Hitler gelesen habe. Rosa sagte immer lesen, wenn sie vorlesen meinte. Ich vermutete, dass es ein Bilderbuch über das Leben von Anne Frank war — ich hatte es am Vorabend in der Wohnung liegen sehen und mich bemüht, nicht die Au-gen zu verdrehen. Es war eines jener Bilderbücher, die das Leben berühmter Personen auf ein paar Sätze herunterbrachen und die mich an die sowjetische Reihe Das Leben berühmter Menschen erinnerten, die meine Mutter geliebt hatte. Die Reihe war längst vergriffen, aber meine Tante hatte noch ein paar Exemplare aufbewahrt, in denen ich manchmal als Kind geblättert hatte. Statt mir zu antworten, kniff Rosa ihre Augen zusammen und erzählte mir das Buch nach.
Meine Tochter, die nach ihrer Urgroßmutter, einer Holocaustüberlebenden, benannt war, wusste bis dahin nichts über Anne Frank oder die Shoah. Offenbar hatte sie die Sache mit Adolf Hitler in dem Buch falsch interpretiert, und jetzt standen wir mitten in Berlin, ausgerechnet in der Nähe des Axel-Springer-Hochhauses. Der Himmel war wolkenverhangen, zwischen den Hochhäusern wehte ein rauer Wind, und aus Rosa sprudelte es nur so heraus. Was sie sagte, war im Prinzip richtig, außer dass sie dachte, Adolf Hitler hätte das Buch geschrieben. Außerdem dachte sie, er hätte etwas gegen Jungen, nicht Juden, gehabt. Jüdisch sei sie selbst übrigens nicht, denn sie glaube nicht an Gott. Rosa wusste natürlich, dass sie jüdisch war, sie wusste nur nicht, wie viele Menschen aus diesem Grund ermordet worden waren, und ich hoffte, dass es noch eine Weile lang so bleiben könnte. Zu Hause hatten wir eine Chanukkia, den neunarmigen Leuchter, dessen Kerzen an Chanukka angezündet wer-den. Doch die Kerzen auch am Schabbat rauszuholen, war uns bereits zu viel Aufwand. Die anderen hohen Feiertage begingen wir auch irgend-wie, allerdings niemals in der Synagoge. Rosa plapperte weiter fröhlich vor sich hin, ich hingegen wurde immer stiller. Als wir ankamen, schaute uns die Kindergärtnerin neugierig an, und ich versuchte, mich so schnell wie möglich zu verabschieden. Ich fuhr zu einer Buchhandlung, die eher einem durchgestylten Caf6 als einem Geschäft glich, und fand das Buch sofort: Anne Frank sah aus wie eine Mischung aus einer Manga-Figur und einer stilisierten Audrey-Hepburn-Postkarte. Die Prosa war unterkomplex und konnte nicht ein-mal eine vage Vorstellung vom Holocaust vermitteln. Sofern man als Elternteil den Wunsch verspürte, es zu tun.“

 

Olga Grjasnowa (Baku, 14 november 1984)

 

De Nederlandse dichter, schrijver en programmamaker Tom Hofland werd geboren in Apeldoorn op 14 november 1990. Zie ook alle tags voor Tom Hofland op dit blog.

Uit: De menseneter

“Pascal Bonare legt zijn bebloede hand op het bureau. De inspecteur leunt voorover en kijkt ernaar. Naar de donkerblauwe mouw van het pak, het witte overhemd met de rode vlekken, een manchetknoop met gebarsten bladgoud.
Hij ziet de harige hand; de middelvinger die een beetje krom staat, ooit gebroken. Hij kijkt naar het donkere, bijna zwarte bloed dat op de rug van de hand is opgedroogd.
‘Uw bloed?’ vraagt hij.
‘Dat denk ik niet,’ antwoordt Pascal, terwijl hij zijn hand opheft om te laten zien dat hij geen wonden heeft.
De inspecteur knikt en gaat tegenover hem aan het bureau zitten. De leren stoel kraakt onder zijn forse lichaam.
‘Dus, twee vrouwen, meneer Bonaire?
‘ Bomre. ‘
‘Zoals het eiland?’
‘Zoals het eiland zonder i’.
‘Bonare.’
‘Juist’.
De inspecteur schuift zijn toetsenbord dichter naar zich toe.
‘Twee vrouwen, dus?’
Pascal knikt.
‘De ene met donker haar, de andere blonde krullen’.
De inspecteur tikt iets met twee vingers in het systeem.
‘Ze reden in een Fiat Coupé? Rood?’
‘Een Fiat Dino Coupé 1400 uit 1969, rood. Dat weet ik nog zo goed omdat mijn oom dezelfde auto drie jaar geleden in de prak reed. ‘
‘Dezelfde auto of hetzelfde model?’
‘Hetzelfde model. ‘
De oude vergeelde knoppen van het toetsenbord kleven onder de wijsvingers van de inspecteur. Hij tuurt naar het scherm.
“En de meneer. Een vriend van u?”
“Een zakelijk contact. Ik kende hem nog maar net. Eigenlijk kende ik hem niet”.
“Een Italiaan?”
“Dat denk ik “
Volgens de ober was hij Duits “
“Werkelijk?”
De inspecteur knikt.
“Zoals ik al zei,” zegt Pascal, “ik kende hem feitelijk niet: Nu pas merkt hij dat zijn rechterhand, de hand met het bloed, trilt. Hij knijpt hem tot een vuist, maar het trillen gaat door. De inspecteur ziet het ook.
“Als het niet gaat, meneer, dan doen we dit later.“
Pascal ademt diep in en oppervlakkig uit.
“Het gaat”.
De inspecteur steekt lafjes zijn duim op en wendt zich weer tot het flikkerende scherm.”

 

Tom Hofland (Apeldoorn, 14 november 1990)

 

De Amerikaanse dichter, schrijver en vertaler Norbert Krapf werd geboren op 14 november 1943 in Jasper, Indiana. Zie ook alle tags voor Norbert Krapf op dit blog.

 

De kampvuurdichters

Toen ik een achterafweggetje afliep,
zag ik een kampvuur in het bos.

Moe liep ik ernaartoe,
liet mijn rugzak van me afglijden,

keek neer op een man en een vrouw
wier ogen brandden als kolen.

Hij was vlezig, had een bossige grijze baard;
zij was klein, barstensvol donkere energie.

Hij zei dat hij de dichter van lichaam en ziel was
en van alle mensen; zij zei dat ze brieven schreef

naar een wereld die nooit terugschreef.
Ze schoven een beetje uit elkaar, hij gebaarde

me om tussen hen te gaan zitten,
en ik wist dat ik de eeuwigheid had gevonden

aan de kant van een achterafweggetje
in de bossen van het heuvelland.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Norbert Krapf (Jasper, 14 november 1943)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 14e november ook mijn blog van 14 november 2020  deel 1 en ook deel 2 en ook  mijn blog van 14 november 2018 en eveneens mijn blog van 14 november 2015 deel 2.

Frank Westerman, Timo Berger

De Nederlandse schrijver en journalist Frank Martin Westerman werd geboren in Emmen op 13 november 1964. Zie ook alle tags voor Frank Westerman op dit blog.

Uit: Zeven dieren bijten terug

“De vloer van de banketzaal van de Fishmongers’ Hall kan gegarandeerd driehonderd dansparen houden. In mei 1953, voorafgaand aan het kroningsbal voor koningin Elizabeth ii, hebben ingenieurs de constructie op de tweede verdieping getest op draagkracht. Tegen de spiegelende achterwand staat een Grotrian Steinwegvleugel te glimmen; een viertal statige ramen biedt uitzicht over de Theems. Op vrijdag 2.9 november 2419 zal niemand hier dansen. Op het parket staan die ochtend twaalf ronde tafels in cabaretopstelling voor het lustrum van Learning Together, een praktijkprogramma van de universiteit van Cambridge voor de deradicalisering van terroristen. Pal voor de dichtgeklapte vleugel is een katheder geplaatst met het Learning Together-logo, een gestileerde vingerafdruk, en het argeloze motto: `Onderwijs als oefening voor vrijheid: Bij de opening van de middagsessie, even voor twee uur, dringt er een korte, hoge gil door de mahoniehouten deuren. De dagvoorzitter valt stil, onder de kroonluchters stijgt geroezemoes op. Ambtenaar Darryn Frost, een voorlichter van het ministerie van Justitie, hoort een van zijn tafelgenoten zeggen: ‘Het zijn vast kinderen. Skateboarders: Meteen onder de ramen begint de London Bridge, waarvan de stoepen tegen aanslagen zijn beschermd met een vangrail en verkeerszuilen. Je kunt er veilig skaten. In de banketzaal dringt opnieuw gegil door, luider dan de eerste keer, uit meerdere kelen tegelijk. la, het klinkt als kids,’ echoot iemand anders aan tafel. ‘Skateboarders: De genodigde links van voorlichter Frost, een moordenaar op verlof, schuift zijn stoel naar achteren. ‘Dit zijn geen kinderstemmen: Hij staat op om poolshoogte te nemen. Terwijl de rest van de aanwezigen dekking zoekt onder de tafels, besluit Frost hem te volgen. Half rennend komen de mannen aan op een overloop met een balustrade. Rode tapijten links en rechts leiden naar het met zuilen gestutte trappenhuis. De veroordeelde gevangene – hij heeft een brandweerman vermoord – daalt af langs de ene zijde, Frost langs de andere. Een reclasseringswerker rent hen tegemoet, terwijl ze ‘Oh my God, oh my God’ roept. Onder aan de trap, tussen twee kerstbomen, ligt Saskia Jones, een stagiaire van 23. De buste van een Londense visserijbaron kijkt vanuit een nis op haar neer. Getuige Frost zal zich later herinneren hoe haar lange haren zijwaarts afhingen, naar één kant. ‘Ze lag er vredig en stil bij, maar ik zag bloed uit haar nek gutsen: In plaats van verder af te dalen op zoek naar de aanvaller, draait de Justitievoorlichter zich om. Hij heeft iets nodig om zich mee te bewapenen. Een stoel. Maar dan realiseert hij zich: dat zal niet genoeg zijn. Saskia is kennelijk aangevallen met iets scherps. Dus moet hij op z’n minst ook iets scherps hebben om de dader, wie het ook is, mee te confronteren.”

 

Frank Westerman (Emmen, 13 november 1964)

 

De Duitse dichter, schrijver en vertaler Timo Berger werd geboren op 13 november 1974 in Stuttgart. Zie ook alle tags voor Timo Berger op dit blog.

 

Strandlandschap

De Copacabana-kokoshandelaar
balanceert handsfree op de fiets
hij draagt vrouwenkleding en blaast
met het laatste ventiel van een Macumba-trompet

We schoppen leegdronken kokosnoten
de schedels van de zwarten over het zand
verderop beneden spelen ze beachvolleybal
of ze spelen prêt-à-porter

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Timo Berger (Stuttgart, 13 november 1974)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 13e november ook mijn blog van 13 november 2018 en ook mijn blog van 13 november 2017 en eveneens mijn blog van 13 november 2016 deel 2.

Daniël Dee, Hans Magnus Enzensberger

De Nederlandse dichter Daniël Dee werd geboren op 12 november 1975 in Empangeni, Zuid-Afrika. Zie ook alle tags voor Daniël Dee op dit blog.

 

Prelude op het vaststaande thema van de nacht

Nu het weer nacht is met stervensbleke maan,
gaan de remmen los in mijn hoofd. Uiteraard
heb ik alle vormen van kwaadaardige kanker,
staan de inbrekers rijendik opgesteld voor de deur

om met kabaal gewelddadig binnen te dringen
en onder ons bed op z’n minst een gros hijgende
killerclowns loerend met scherpe keukenmessen.
Wordt het niet eens tijd voor een betrouwbaar

alarmsysteem? En hoe zit het met mijn testament?
Kortom: een kop vol vals gekras en giftige snert.
Van slapen is dan geen sprake meer. Gelukkig

ligt er nog leftover pizza in de koelkast om me
te kalmeren. Of anders pak ik zo’n dichtbundel
uit de boekenkast van bijna honderd jaar met woorden

als vochtverheerlijkt, glasdoorgloeiden, lichtdoorzongen.

 

Niet al te menselijk s.v.p.

ik heb last van deze al te menselijke vorm
en de eisen die eraan wordt gesteld
slechts oppervlakkige schijnvertoningen
waar geen sterveling aan kan voldoen

ik verlang terug naar het beestachtige bestaan
van hiervoor als een zwijn wroeten in de aarde
naar de geurigste truffels woelen als een welp
die droomt tussen de voorpoten van zijn moeder

rollebollen ravotten vogelen dollen dartelen
met de zon als onze getuige niet de zorgen

want heb je ooit gezien hoe slakken paren?
dat wil ik! en niet deze werkelijkheid

waar haat wordt gepredikt
door te beweren dat hij liefde is

 

hier ben je aanwezig daar ga je naartoe

hier ben je aanwezig – daar ga je naartoe
op de plaats rust – in weer en wind
laat achter wat was – met wensen en hoop
tracht niet te denken aan – hoe alles verandert
nu doe je het toch – lach naar de toekomst
geeft helemaal niets – wat komt weet je nooit
maar kom niet te laat – neem gerust de tijd
er wordt op je gewacht – er is plaats voor jou
het duurt niet lang meer – wacht maar af

 

Daniël Dee (Empangeni, 12 november 1975)

 

De Duitse dichter en schrijver Hans Magnus Enzensberger werd geboren op 11 november 1929 in Kaufbeuren. Zie ook alle tags voor Hans Magnus Enzensberger op dit blog.

 

Alles onder controle

Uit enquêtes is gebleken dat 56% van alle mensen,
naamloos op hun fitnesstoestellen hurkend,
aan psoriasis lijden.
Als in een wonderbaarlijk computerspel
vermenigvuldigen zich de complotten.
Buiten ruikt het naar beurskrach.
In de goudgerande bril van de patenthouder
weerspiegelt zich ons nieuwste muizengen.
De president van de Verenigde Staten kauwt aardnoten
voor het ontploffende televisietoestel.
In de damestoiletten smeken popstars om genade.
Almaar kleiner wordende machines
boren zich door ons brein.
In de rampgebieden is er een tekort
aan beha’s van cup D extra.
Op zoek naar ongerepte natuur
zwerven huisvaders door luchthavens,
waar het naar frituurvet stinkt.
Als eersten verlaten de ratten
de brandende discotheek.
Werkloze goden verschuilen zich
als het regent in hun kartonnen dozen.
De bevoegde instanties verzekeren
dat er geen gevaar is voor de bevolking.

 

Vertaald door René Smeets

 

Hans Magnus Enzensberger (11 november 1929 – 24 november 2022)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 12e november ook mijn blog van 12 november 2018 en ook mijn blog van 12 november 2017 deel 2 en eveneens deel 3.