In Memoriam Rogi Wieg

 

In Memoriam Rogi Wieg

In zijn woonplaats Amsterdam is woensdagavond de Nederlandse dichter en schrijver Rogi Wieg overleden. Dat heeft zijn vrouw laten weten via Wiegs uitgeverij In de Knipscheer. Rogi Wieg was 52 jaar oud. Zie ook mijn blog van 21 augustus 2010 en eveneens alle tags voor Rogi Wieg op dit blog.

 

Poëzie

Nu is het dus dat ik niet meer weet
hoe bang zijn was. Ik zal niet langer vijand
zijn van zoveel vormen goedheid. Maar vergeet
niet wat je was: ogen, haar, een hand

om mee te schrijven. En wat moet ik zeggen,
de stadsweg waarover je naar huis toe gaat,
mijn huis zelfs is zo liefdevol voor mij. Verleggen
van dit leven is gewichtig. dat je hier bestaat

alsof je altijd zal bestaan lijkt eigenaardig
– en al die mooie dingen dan –
om alles weg te gooien voor wat poëzie is te lichtvaardig.

Er is te weinig taal in mij om zaken
te omschrijven zoals dit gebrek aan angst;
dus noem ik maar wat afgebroken wordt, om nog iets goed te maken.

 

Als een sonnet van verveling

Vroeger wist ik al dat trage tijd
in mijn leven komen zou, dadenloos omlijnd.
Geboren in een sterrendoek zijn alle dingen toen verleid
tot maan die opkomt, maan die niet verdwijnt.

De stad legt zich in straten aan mij uit;
de nachtlamp brandt, gekletter van bestek.
Hier is men thuis in dat wat sluit
en nooit meer opengaat. Ik weet alleen oneigenlijk vertrek.

Ik deed de tijd af of ik niet bedacht
dat wat voorbij is nooit meer wijkt
en bij me blijft tot kindszijn toe.

Men kleedt zich uit, de klacht is moe
dat tijd veel trager lijkt
en einde weer tot herkomst bracht.

 

I WANT TO TALK ABOUT YOU

God, geef mij nog een laatste
gedicht. In Uw metaforen beveel
ik mijn lichaam en geest.

Laat mijn dood een bloemlezing
zijn van iemand en iets. God,
maak van mijn pijn een bloementrompet
en maak van mij een vuurzee van water.

Zo zal ik niet sterven, maar ga ik
alleen een beetje dood. In mijn
ruggenmerg strooit U confetti
en daaruit zullen vleugels groeien.

Zo zal ik gezelschap voor U zijn
en U vliegensvlug voorlezen uit
oude boeken. Mijn God, ik zal
U niet verlaten.

 

 
Rogi Wieg (21 augustus 1962) – 15 juli 2015)

Dolce far niente, Karel N.L. Grazell, Iris Murdoch

Dolce far niente

Zomerdijkstraat, Amsterdam 

 

Zomerdijkstraat 1950
(met Remco Campert bij

Wil en Sjaantje Bakker)

Ooit dronk ik er zoveel
dat ik een halve dag
van mijn leven mis.
Wat zou ik anders in
die bewusteloze uren
hebben gedaan: een
gedicht geschreven
dat de hele wereld zou
lezen, of dat me het
dichten juist deed vergaan?
Naar schilderijen van
Sjaantje hebben gekeken,
een verhaal verteld aan
Wil over Harderwijk?
Met Remco een intelligent
gesprek gevoerd over
het nieuwe dichten dat
we deden? Of nog meer
jenever gedronken?
De Zomerdijkstraat heeft
ten eeuwigen dage
een ongewilde schuld aan
mij van misschien wel
zegge of al dan niet schrijve
een halve dag.

Karel N.L. Grazell (Amsterdam, 3 april 1928)
Lees verder “Dolce far niente, Karel N.L. Grazell, Iris Murdoch”

Rira Abbasi

Onafhankelijk van geboortedata

De Iraanse dichteres, schrijfster en vredesactiviste Rira Abbasi werd geboren in 1962 in Khorramabad, Iran. Zij werd benoemd tot vrouwelijke Poet Laureate en was winnares van de Parvin Etesami Poëzie Prijs in 2005, Rira is ook lid van de Iraanse Writers Association en directrice van het tweejaarlijkse International Peace Poëzie festival sinds 2007. “Zwarte fee van woensdag” (2000), “Geen geweren meer voor deze Lors vrouw” (2001) en haar gewaagde bundel liefdesgedichten “Wie bemint je discreter?” (Engels:”Who Loves You More discreet?) (2002) behoren tot haar bekendste werken. Rira Abbasi heeft in 2002 ook de eerste collectie van Iraanse Vredespoëzie geredigeerd en uitgegeven (een bloemlezing).

Had the Sky Been Blue

My friend,
sitting on my little shoulders,
Iranian, Bosnian, Iraqi, Afghan….
my friend
for the same of your smile
my shoulders are born 
every morning early
to remove your wounds
although they have shut your smile
with gunpowder
perhaps in the absence of the first war,
second war
third or the last one.
My friend
when you let your silent fly and you spoke
at a distance, the size of one thousand part of the ant’s wing
then 
all the bombs in the world will grew silent
in front of you.
we all know
you are alive beyond the natural strength of man
when in the plan
you are returning home
tired, wounded and abandoned.
Which home are you returning?
When the sky is empty of peace
and the prevailing war
is tearing away your newborn’s eye
until the end of his life
I grieve for your future 
I grieve for the future.
I am tired 
but
I worry for your future…
I draw a nucleus from the atoms of wounds
your body is thin
tomorrow
tomorrow
I will get my shoulders born wider 
for the same of your smile
had the sky been blue.

 

Vertaald door M. Alexandrian

Rira Abbasi (Khorramabad, 1962)

Dolce far niente, Diana Ozon, Irving Stone

 

Dolce far niente

 

 
Charles Leickert, Rivierlandschap in de zomer, 1853

 

Vakantie

Geef mij de sfeer van havens
de zoute lucht van zee
witgeklede matrozen
van wie ik verder niets weet

draaiing van geslagen touwen
gummi piepend tussen wal en schip
opgedroogde wieren op de kade
wespen langs een lijn vol vis

Ik leng anijsdrank aan met water
spuw de deksels van een pit
mompel in de zon iets Grieks

Geeft niet waar ik nog moet wezen
vandaag leef ik en hoef niks

 

 
Diana Ozon (Amsterdam, 7 augustus 1959)
Gezicht op het Singel met de Munttoren in Amsterdam door Isaak Ouwater, 1770

Lees verder “Dolce far niente, Diana Ozon, Irving Stone”

Wole Soyinka, Rebecca Salentin, Isaak Babel, Scott Symons, Claire Beyer, Gustav Freytag

De Nigeriaanse dichter, schrijver en voorvechter van democratie Akinwande Oluwole “Wole” Soyinka werd geboren op 13 juli 1934 in Abeokuta. Zie ook alle tags voor Wole Soyinka op dit blog.

 

POST MORTEM

een vrieshal kent meer functies
dan bier opslaan; kille lijkbaren van mortuaria
leggen hun schulden voor, opgetuigd -goddank!-

in de kille hand van de dood…
zijn mond was met katoen gevuld, zijn pik
verschrompeld tot een ondergrondse made

zijn hoofd was uitgehold en zijn hersens
op een weegschaal – was dit een truc om voorkennis
na de dood te bewijzen?

zijn vlees getuigt van wat zijn tong
deed zwijgen; gemaskerde vingers denken van hem
te leren hoe niet te sterven.

laat ons al het grijze beminnen; grijze platen
grijze scalpel, één grijze slaap en vorm,
grijze beelden.

 

KAPITAAL

Het kan niet zijn
Dat de kiemen die de aarde heeft gevoed
De mens gekoesterd – ooit bekeek ik een waterval
Van kiemen, een korrelwolk volheid
Verstoven uit kokers van breedmondige
Blijde verzadiging; ik zweer dat de korrels
Aan het zingen waren –

Het kan niet zijn
Dat politiek, overleg
Deze sintels van mijn leven
Tot asse maakt, en in vervuilde zeeën
Droevige bedden van gist legt om deeg
Te doen rijzen
Op de wereldmarkt.

 

Vertaald door Marijke Emeis

 

 
Wole Soyinka (Abeokuta, 13 juli 1934)

Lees verder “Wole Soyinka, Rebecca Salentin, Isaak Babel, Scott Symons, Claire Beyer, Gustav Freytag”

Kees ‘t Hart, Pablo Neruda, Stefan George, Driek van Wissen, Carla Bogaards, Bruno Schulz, Henry David Thoreau

De Nederlandse dichter en schrijver Kees ’t Hart werd op 12 juli 1944 in Den Haag geboren. Zie ook alle tags voor Kees ’t Hart op dit blog.

Uit: Voor de afgrond

       Poetry in motion… always by my side Johnny Tillotson

“Het in veel opzichten duizelingwekkende, voor beginnende en lerende dichters en dichteressen verplichte en verplichtende boek The White Goddess van Robert Graves begint als volgt: ‘Since the age of fifteen poetry has been my ruling passion and I have never intentionally undertaken any task or formed any relationship that seemed inconsistent with poetic principles; which has sometimes won me the reputation of an eccentric.’ Ik doe er al jaren over, misschien wel mijn hele leven, om te proberen te begrijpen, te grijpen, bij mezelf vast te grijpen, wat dit voor mezelf, in mezelf zou kunnen betekenen. Want het is ook, en misschien zelfs vooral, een aanstellerige zin, een geposeerde zin waar je je voor schaamt als je hem zelf zou uitspreken, maar die tegelijkertijd alleen daarom, juist omdat het een pose is, begrepen kan worden en die Graves overigens in de rest van zijn ongeveer vijfhonderd pagina’s tellende boek volstrekt ongegeneerd uitwerkt. Poëzie als levensbeginsel.
Het verlangen poëzie te schrijven of te leren schrijven, kan niet zonder de vraag naar de wenselijkheid daarvan. Waarom zou poëzie belangrijk kunnen zijn? Wat heeft poëzie te betekenen, voor mijzelf, als schrijver, als verlangend schrijver, maar ook voor de lezer in mijzelf, de lezer die ikzelf ook ben en voor de lezer die ik niet ben, maar die ik me voorstel? Wat hebben dichters te betekenen? Behalve hun vanzelfsprekende aanwezigheid op straat die voor iedereen geldt, tijdens vakanties, als willekeurige man of vrouw, als gevoelige en zintuigelijke man of vrouw, die ook mijn gevoeligheid en zintuigelijkheid is, mijn aanwezigheid, mijn presentie, behalve dat is er ook hun minder vanzelfsprekende aanwezigheid op de televisie, als vehikel in allerlei programma’s, bij cursussen, bij voorleessessies, met een aanwezigheid daar die blijkbaar volmaakt vanzelfsprekend is, volkomen op zijn plaats, omdat ze niet meer toegelicht hoeft te worden, ze is er, niets meer of minder, deze aanwezigheid hoeft zich niet meer te verontschuldigen, ze hoort er bij, dichters verschijnen zoals komieken verschijnen, muzikanten, milieudeskundigen, politici.”

 

 
Kees ’t Hart (Den Haag, 12 juli 1944)

Bewaren

Lees verder “Kees ‘t Hart, Pablo Neruda, Stefan George, Driek van Wissen, Carla Bogaards, Bruno Schulz, Henry David Thoreau”

Peter Edel, Ludwig Rubiner, Max Jacob, Hermann Conradi, Hans Koning, Gerben Willem Abma

De Duitse schrijver en graficus Peter Edel (eig. Peter Hirschweh) werd geboren op 12 juli 1921 in Berlijn. Zie ook alle tags voor Peter Edel op dit blog.

Uit:Die Bilder des Zeugen Schattmann

“Als man ihn abholte von der Fabrik, hatte man auch seinen Vater geholt, zusammen mit Flatau. Hätte nicht dessen Nachbarin die Mutter angerufen, wäre es zu spät gewesen, etwas zu unternehmen. So aber war sie kurz darauf von einem Bekannten zum anderen gelaufen, hatte endlich einen Wink bekommen: Männer von arischen Frauen seien in die Rosenstraße gebracht worden. »Ich habe geglaubt, daß du auch in der Rosenstraße bist, du und Esther. Ich war außer mir vor Angst um euch drei.«
Ich muß ihr verbieten weiterzusprechen, denkt Frank. Sie wird’s nicht aushalten, aber ich muß doch alles wissen. Und er hört weiter, sein Ohr dicht an ihrem Mund, daß sie sich den Mantel über den Schneiderkittel geworfen hat und zur Rosenstraße, zum einstigen alten Verwaltungshaus der jüdischen Gemeinde gefahren ist. Und er sieht sie vor sich, die gehetzte kleine Frau, die immer auf ihr Äußeres gehalten hat, sieht, wie sie mit ungekämmten Haaren, in ihrem schwarzen-Mantel, unter dem der weiße Kittelsaum vorlugt, bis zu den Bewachern am Haustor vordringt, wie sie mit einem Beamten spricht. Der zuckt die Achseln. »Da müssen Sie schon zur Stapo gehen.« Und sie geht zur Gestapo-Leitstelle Burgstraße. Wird schon beim Pförtner mit gemeinen Worten abgewiesen, als sie ihr Anliegen vorbringt. Zwei Frauen stehen vor dem Eingang, die das gleiche gewagt haben, und da sie alle drei nicht weichen wollen, kommt der SS-Mann aus seiner Bude und herrscht die Frauen an: »Sie können natürlich auch gleich hierbleiben.« Grete Schattmann erfährt von den Frauen, daß auch deren Männer in der Rosenstraße eingesperrt sind, erfährt Adressen anderer, die sich zusammentun wollen, bereits seit Stunden einen verzweifelten Versuch beraten.“

 

 
Peter Edel (12 juli 1921 – 7 mei 1983)

Lees verder “Peter Edel, Ludwig Rubiner, Max Jacob, Hermann Conradi, Hans Koning, Gerben Willem Abma”

Jhumpa Lahiri, Pai Hsien-yung, Herman de Man, Helmut Krausser, Giuseppe Bonaviri, Kurt Klinger, Henri Coulonges

De Amerikaanse schrijfster Jhumpa Lahiri Vourvoulias werd geboren op 11 juli 1967 in Londen. Zie ook alle tags voor Jhumpa Lahiri op dit blog.

Uit: The Lowland

“Normally she stayed on the balcony, reading, or kept to an adjacent room as her brother and Udayan studied and smoked and drank cups of tea. Manash had befriended him at Calcutta University, where they were both graduate students in the physics department. Much of the time their books on the behaviors of liquids and gases would sit ignored as they talked about the repercussions of Naxalbari, and commented on the day’s events.
The discussions strayed to the insurgencies in Indochina and in Latin American countries. In the case of Cuba it wasn’t even a mass movement, Udayan pointed out. Just a small group, attacking the right targets.
All over the world students were gaining momentum, standing up to exploitative systems. It was another example of Newton’s second law of motion, he joked. Force equals mass times acceleration.
Manash was skeptical. What could they, urban students, claim to know about peasant life?
Nothing, Udayan said. We need to learn from them.
Through an open doorway she saw him. Tall but slight of build, twenty-three but looking a bit older. His clothing hung on him loosely. He wore kurtas but also European-style shirts, irreverently, the top portion unbuttoned, the bottom untucked, the sleeves rolled back past the elbow.
He sat in the room where they listened to the radio. On the bed that served as a sofa where, at night, Gauri slept. His arms were lean, his fingers too long for the small porcelain cups of tea her family served him, which he drained in just a few gulps. His hair was wavy, the brows thick, the eyes languid and dark.
His hands seemed an extension of his voice, always in motion, embellishing the things he said. Even as he argued he smiled easily. His upper teeth overlapped slightly, as if there were one too many of them. From the beginning, the attraction was there.”

 

 
Jhumpa Lahiri (Londen, 11 juli 1967)

Lees verder “Jhumpa Lahiri, Pai Hsien-yung, Herman de Man, Helmut Krausser, Giuseppe Bonaviri, Kurt Klinger, Henri Coulonges”

Ronald M. Schernikau, Marjan Berk, Luis de Góngora, Léon Bloy, Johanna Schouten-Elsenhout, Richard Beer-Hofmann, Jean-François Marmontel

De Duitse dichter en schrijver Ronald M. Schernikau werd geboren op 11 juli 1960 in Magdeburg. Zie ook alle tags voor Ronald M. Schernikau op dit blog.

 

amerika

als ich ihn im fernsehn jetzt sah
wurde mir mit einem mal klar
er ist ein star

und er lacht und wickelt uns ein
oh sein lächeln muß wohl so sein
er ist ein star

er kann alles und er macht was er will
betritt er den saloon dann wird alles still

er ist ein star aus amerika
er ist da wo er immer war
doch das was wirklich an ihm brennt, er ist
präsident

es ruft die ganze westliche welt
die er in seiner starken hand hält
er ist ein star

spürt er gefahr und zieht seinen colt
dann hat er nur dein bestes gewollt
er ist ein star

er kann alles und er macht was er will
der perfekte westernheld ist sein ziel

wenn er aus europa reitet ist es stille
unsre freiheit das war sein letzter wille

 

 
Ronald M. Schernikau (11 juli 1960 – 20 oktober 1991)

Lees verder “Ronald M. Schernikau, Marjan Berk, Luis de Góngora, Léon Bloy, Johanna Schouten-Elsenhout, Richard Beer-Hofmann, Jean-François Marmontel”

Marcel Proust, Erik Jan Harmens, Salvador Espriu, Hermann Burger, Gerhard L. Durlacher, Jürgen Becker, Alice Munro, Nicolás Guillén

De Franse schrijver Marcel Proust werd geboren in Auteuil op 10 juli 1871. Zie ook alle tags voor Marcel Proust op dit blog.

Uit: Op zoek naar de verloren tijd, De kant van Swann (Vertaald door Nico Lijsen)

“Heel lang ben ik vroeg naar bed gegaan. Soms, als de kaars nauwelijks gedoofd was, vielen mijn ogen zo snel dicht dat ik geen tijd meer had om te denken: ‘Nu val ik in slaap.’ En een half uur later werd ik wakker door de gedachte dat het tijd was de slaap te zoeken; ik wilde het boek wegleggen dat ik nog in mijn handen meende te hebben en het licht uitblazen; in mijn slaap was ik blijven nadenken over wat ik zojuist gelezen had, maar die overdenkingen waren langs ietwat vreemde paden gegaan; ik had de indruk dat ik het zelf was waarover het boek ging: een kerk, een strijkkwartet, de rivaliteit tussen Frans de Eerste en Karel de Vijfde.
(…)

Maar sinds kort begin ik, als ik mijn oor te luisteren leg, heel goed het snikken te horen, dat ik voor mijn vader met moeite wist te onderdrukken en dat pas uitbrak toen ik met mijn moeder alleen was. In werkelijkheid is het nooit opgehouden; en alleen doordat het leven om me heen nu stiller wordt, hoor ik het opnieuw, zoals de klokken van een klooster, die de hele dag door de geluiden van de stad zozeer overstemd worden dat men denkt dat ze zwijgen, maar die in de stilte van de avond weer beginnen te luiden.
(…)

De gewenning! Zij is een handige, maar langzame binnenhuisarchitecte die onze geest eerst wekenlang in een provisorische omgeving laat kwijnen, maar waar men toch gelukkig mee is want zonder haar en alleen uit eigen kracht zou je niet in staat zijn een huis bewoonbaar te maken.”

 

 
Marcel Proust (10 juli 1871 – 18 november 1922)

Lees verder “Marcel Proust, Erik Jan Harmens, Salvador Espriu, Hermann Burger, Gerhard L. Durlacher, Jürgen Becker, Alice Munro, Nicolás Guillén”