Aschermittwoch (Carl  Geisheim), Koos van Zomeren, Pier Paolo Pasolini

 

Bij Aswoensdag

 


Maskers op de ochtend van Aswoensdag door Alfred Stevens, 1853

 

 

Aschermittwoch

Kehrst du nie mit bangem Herzen,
Nie in Reue, nie in Schmerzen
Aus des Lebens Lust und Glück
In dein stilles Haus zurück?

Überselig reine Seele,
Sonder Vorwurf, sonder Fehle,
Die nur wandelt in dem Licht,
Du bedarfst der Buße nicht!

Aber sieh nur, wie beklommen
All’ die frommen Pilger kommen,
Die sich, schlagend an die Brust,
Ihres Fehles sind bewusst.

Scheuest du, dich selbst zu fragen,
Deiner Schuld dich anzuklagen,
Deine Freud’ ist dann ein Spott,
Deine Seele nicht in Gott.

 


Carl  Geisheim ( 6 september 1784 -29 januari 1847)
De St. Elisabethbasiliek in Breslau (tegenwoordig: Wrocław in Polen), de geboorteplaats van Carl  Geisheim

 

De Nederlandse schrijver, columnist en dichter Koos van Zomeren werd geboren in Velp op 5 maart 1946. Zie ook alle tags voor Koos van Zomeren op dit blog.

Uit:Dove hond

“2
Hij is trouwens niet helemáál doof. Soms kijkt hij wel degelijk op van het knarsen van een scharnier, het dichtslaan van een deur.
Je kunt hem ook nog fluiten. Als hij maar dicht genoeg bij je is. Bij het afwerken van een onderzoekje in de huiskamer bij voorbeeld. En het vreemde is dat hij dan steevast de verkeerde kant op kijkt. Hij hoort iets en je kunt niet zeggen dat hij niet weet waar het vandaan komt. Hij weet precies waar het vandaan komt. Dat denkt hij tenminste.
Zelfs als er verder niemand in de buurt is, zelfs als hij ziet dat jij het bent die je lippen tuit, dan nog kijkt hij de verkeerde kant op als het fluiten tot hem doordringt. Hij draait zich ogenblikkelijk om en zoekt, en zoekt.
December vorig jaar deden we een paar van die proefjes in een huisje in Hoog-Sauerland, niet ver van Winterberg. Dus Rekel opgelet! Bij elk fluitsignaal rende hij naar de rommelkast, en daar ging hij dan buitengewoon intelligent naar de deur staan kijken. Hé, denkt Rekel, er zit iemand in de kast.
Dan naar buiten, de besneeuwde heide op, de koude bossen in, en ik wil mijn hond beslist niet uit het oog verliezen, als je hem hier kwijtraakt vind je hem nooit terug. Dus óf wij blijven bij hem, óf hij blijft bij ons, en als hij dan toch een eindje dreigt af te dwalen steek ik mijn vingers in mijn mond. Van het geluid dat ik nu produceer zouden de naalden van de bomen vallen.
Jawel, hij heeft het gehoord. Stomverbaasd kijkt hij om zich heen en hé, denkt Rekel, daar heb je die vent uit de kast weer.”

 


Koos van Zomeren (Velp, 5 maart 1946)

 

De Italiaanse filmregisseur, dichter en schrijver Pier Paolo Pasolini werd geboren in Bologna op 5 maart 1922. Zie ook alle tags voor Pier Paolo Pasolini op dit blog.

 

De Apennijnen

1

Zondronken, bleekgekookte bergenketen,
stil theater, de stille maan is je bewust,
lauw boven Lucca’s velden, te zeer bezeten

van mensenwerk, witheet boven de kust
van de Versilia, zo vol boven het lege
zeevlak – verbijsterd boven de rust

van ruimen, rompen, gesjorde zeilen,
na het oud gebruik van de vissersreis
rond Elba, Mont’Argentario…

De maan, ander leven zou er niet zijn.
En daarin bleekt Italië, van Pisa,
lint langs de Arno in een dood festijn

van lichten, tot Lucca, kuis in het grijze
licht van zijn katholieke, eeuwenoude
volmaaktheid…

Aan deze verijsde stenen onttrekt
menselijk de maan een hitte
van diepe hartstochten… Er blijkt

achter hun stilte, de dode witte
gloed die herinnert aan hun stil ontstaan:
het marmer, in Lucca of Pisa, tufsteen

in Orvieto…

 

Vertaald door Karel van Eerd

 


Pier Paolo Pasolini (5 maart 1922 – 2 november 1975)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 5e maart ook mijn blog van 5 maart 2024 en ook mijn blog van 5 maart 2020 en eveneens mijn blog van 5 maart 2019 en ook mijn blog van 5 maart 2018 deel 1 en ook mijn blog van 5 maart 2017 deel 1 en ook deel 2.

Jetzt hebt der Fasching an (Hoffmann von Fallersleben), Robert Kleindienst

 

Bij Carnaval

 


Carnaval door Tanja Ritterbex en Bas de Wit, 2016

 

 

Jetzt hebt der Fasching an

Jetzt hebt der Fasching an,
Des Jahres tolle Lustbarkeit,
Und wer kein Narr sein kann,
Der ist auch nicht gescheit.
Die Maske vor, lauf’ ich herum
……als Geck, als Geck,
Ich fopp’ und necke Jedermann:
……das eben ist mein Zweck.

So Mancher läuft das Jahr
All überall als Narr herum
Und denkt, daß er’s nie war –
Das ist erschrecklich dumm.
Drum sag’ ich ihm vor aller Welt
……ganz keck, ganz keck:
Willkommen, lieber Herr Colleg!
……willkommen, Bruder Geck!

Wenn ich mich täusche nicht,
So ist die Welt der Narren voll,
Nur daß man’s ins Gesicht
Nie sagen darf und soll.
Der Fasching macht die Narren nicht,
……o nein! o nein!
Sie finden sich zu jeder Zeit
……auch ohne Fasching ein.

 


Hoffmann von Fallersleben (2 april 1798 – 19 januari 1874)
De St.-Marien-Kirche in Fallerslebben, de geboorteplaats van de dichter

 

De Oostenrijkse dichter en schrijver Robert Kleindienst werd geboren op 4 maart 1975 in Salzburg. Zie ook alle tags voor Robert Kleindienst op dit blog.

 

Ungeträumt

um ade nach drei fährt man
auf. ein gelbes Licht geht durch
den Raum, es wird wieder
dunkel. noch einmal fährt
ein Finger zwischen die Augen,
der riecht nach Fisch
und Zitrone

 

Vorzeichen

es bewölkt sich erste Fenster
werden geschlossen noch
fällt kein Tropfen vom Himmel
fliegen Schwalben tief übers Feld
im Haus spricht man verhalten
mit der Wetterzentrale
hält Polizzen bereit
für die Zeit danach

 

Vandaag, lang geleden

zie je, de schommel staat stil
in Sisal, zie je, een kind
zit erop dat geen schaduw werpt,
totdat de wind het tilt naar de andere oever.
wij wachten niet daar, het is
al te laat, wordt ons verteld
in de lobby. allemaal vroegtijdig
afgereisd. later zullen wij
de rekening betalen,
vertrekken, slechts één keer
omkijken, om te zien,
wie zwaait

 

Vertaald door Frans Roumen

 


Robert Kleindienst (Salzburg, 4 maart 1975)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 4e maart ook mijn blog van 4 maart 2019 en ook mijn blog van 4 maart 2018 deel 1 en eveneens deel 2.

Kostümball-Gedanken (Joachim Ringelnatz), Abbas Khider, Elisabeth Borchers

 

Bij Carnaval

 


Carnaval à Nivelles (Carnaval in Nijvel) door Edith Gorren, 2015

 

Kostümball-Gedanken

Es wechseln die Moden,
Aber der Hosenboden
sitzt sinngemäß
Immer unterm Gesäß.

Bunt stimmt viel froher
Als beispielsweise Grau.
Aber viel sowieso er
reizt der Busen der Frau.

Das nächste Mal gedenke ich
Als ganz Nackter mitzumachen.
Und auch dies Kostüm verschenke ich.
Nur damit die Leute lachen.

 


Joachim Ringelnatz (7 augustus 1883 – 17 november 1934)
De Ringelnatzfontein in Wurzen, de geboorteplaats van Joachim Ringelnatz

 

De Duits-Iraakse schrijver Abbas Khider werd geboren op 3 maart 1973 in Bagdad. Zie ook alle tags voor Abbas Khider op dit blog.

Uit: Der Erinnerungsfälscher

»Komm so schneit wie möglich her«, sagt sein Bruder am anderen Ende der Leitung. »Es ist so weit. Unsere Mutter liegt im Krankenhaus. Der Arzt sagt, es wird nicht mehr lange dauern.« Said Al-Wahid sitzt in einem ICE irgendwo zwischen Mainz und Berlin. Draußen ist es grau und trüb, ein regnerischer Junitag. Saids Mutter war in den Jahren zuvor oft krank. In den vergangenen Wochen hat sich ihr Zustand verschlechtert. Sie schlief ununterbrochen. Nur für wenige Minuten am Tag war sie wach. Said war bewusst, dass der Moment nahte, in dem der Tod, der alte, unerwünschte Gast, auf der Türschwelle stehen würde. Mit dem Vater und der Schwester wird die Mutter bald vereint sein. Im Himmel ist die Familie vollständiger als auf Erden.
In Mainz hat Said an einem Podiumsgespräch teilgenommen. Er ist auf dem Weg nach Hause zu Monica und seinem Sohn Ilias. Er überlegt, ob er am nächsten Halt aussteigen und mit einem anderen Zug zum Frankfurter Flughafen fahren soll. Mit dem Handy schaut er nach Flügen, die er buchen könnte. Sein Bruder würde ihn niemals dazu auffordern, nach Bagdad zu fliegen, wenn der Zustand ihrer Mutter nicht wirklich ernst wäre. Aber wie soll er nun schnellst-möglich dorthin kommen? Direkte Flüge gibt es seit Ewigkeiten nicht mehr. Ist der Bagdader Flughafen überhaupt in Betrieb? Während welchen Krieges wurde er ge-schlossen? Ob er seine Mutter noch sehen wird, bevor sie sich von der Welt verab-schiedet? Hat der Tod ein wenig Mitgefühl und lässt sie noch ein paar Tage am Le-ben? Wartet er auf ihn? Möglicherweise hat die Mutter es eilig, den Rest der Familie im Jenseits wieder-zusehen. Keiner der Überlebenden ihrer Sippe hat eine Ahnung, wo der Leichnam des Vaters beerdigt wurde. Von den Körpern der Schwester und ihrer Familie fand man kaum noch Überreste. Im Irak, das weiß Said, drehen sich die Minutenzeiger nicht über Ziffern, sondern über Wunden.”

 


Abbas Khider (Bagdad, 3 maart 1973)

 

De Duitse schrijfster en dichteres Elisabeth Borchers werd geboren in Homberg op 27 februari 1926. Zie ook alle tags voor Elisabeth Borchers op dit blog.

 

April

Er komt een tijd
met regen,
met hagel,
met sneeuw.

Met wind die de hoek om raast.
Hij neemt de man de hoed van het hoofd
Hé, roept de man, waar is mijn hoed?
Hé, roept de hoed, waar is mijn man?
En hij is al helemaal daarboven.

De haan op de gouden kerktoren
die denkt: ik zie het vast niet goed.
een hoed zonder man,
een hoed die nog vliegen kan
en heeft toch geen vleugels aan?

 

Vertaald door Frans Roumen

 


Elisabeth Borchers (27 februari 1926 – 25 september 2013)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 3e maart ook mijn blog van 3 maart 2020 en ook mijn blog van 3 maart 2019 en ook mijn blog van 3 maart 2018 deel 1 en eveneens deel 2.

 

Humba täterä (Olaf Lüken), James Merrill

 

Bij Carnaval

 


Carnaval door Jean Brusselmans, 1952

 

 

Humba täterä

Wenn Schüler ihre Lehrer grüßen,
wenn Essig kann Geschmack versüßen.
Die Engel schreien und laut fluchen,
Heilige nach dem Teufel suchen.

Wenn Opas junge Buben sind,
und Oma spielt ein Waisenkind.
Der Wirt nicht einen Gast vermisst,
die Elfe eine Hure ist.

Wenn die Maus die Katze reitet,
ein Lamm mit einem Löwen streitet.
Der Soldat auf einer Taube fliegt,
ein Pazifist im Krieg obsiegt.

Wenn der Reiche spielt den Armen.
Eine Nonne kennt kein Erbarmen.
Wenn der Lahme schlägt Krawall,
dann ist wieder Karneval!

 


Olaf Lüken (Herne, 13 december 1952)
Carnaval in Herne

 

De Amerikaanse dichter James Merrill werd geboren op 3 maart 1926 in New York. Zie ook alle tags voor James Merrill op dit blog.

 

Stemmen uit de andere wereld

Het theekopje bewoog toen wij het beroerden,
Cirkelde toen kalmpjes rond
Van A tot Z. De eerste stem die wij hoorden
(Als het stemmen zijn: deze spellers zijn stom)
Was die van een ingenieur

Van Keulse komaf.
Op zijn tweeëntwintigste dood
Aan de cholera in Cairo, hij had geen
geluk gekend. Wel had hij Goethe eens ontmoet.
Goethe had hem gezegd: volhard.

Onze blinde hond jankte. Daarmee kwam er een horde
Aan stemmen bijeen boven het ouija-bord,
Sommige kinderlijk en, zou je zeggen, door slaap
Omfloerst; één kleine jongen,
Wil geheten, wellicht niet graag in plooikraag

Als een page-met-pet op een El Greco, trok
Het tapijt weg voor de volgende stem,
Koud en gewichtig: alles is verloren.
verlaat dit huis. otto von thurn und taxis.
gehoorzaam. u hebt geen keus.

Geschrokken hielden wij op, maar woelden na
Tot de zon de verkreukelde lakens streepte met goud.
Elke avond sindsdien wast de maan,
Fladderen kleine insecten om een koude toorts
Die we aansteken, waarna ze wegritselen naar de veranda.

Maar geen echt Teken. Nieuwe stemmen komen,
Dicteren adressen, vragen ons te schrijven;
Sommigen waarschuwen voor verkwiste levens en allen voor
Een doem op manieren die ons zo vrolijk maken
Dat we goed slapen de laatste dagen.

 

Vertaald door Jan Eijkelboom

 


James Merrill (3 maart 1926 – 6 februari 1995) 

 

Zie voor de schrijvers van de 2e maart ook mijn blog van 2 maart 2024 en ook mijn blog van 2 maart 2020 en ook mijn blog van 2 maart 2019 en ook mijn blog van 2 maart 2018 en ook mijn blog van 2 maart 2014 deel 2.

Candlemas Dialogue (Christina Rossetti), Hella Haasse, Günter Eich

 

Bij Maria Lichtmis

 


Presentatie van Jezus in de Tempel door Francisco Rizi, ca. 1663

 

Candlemas Dialogue

“Love brought Me down; and cannot love make thee
Carol for joy to Me?
Hear cheerful robin carol from his tree,
Who owes not half to Me
I won for thee.”

“Yea, Lord, I hear his carol’s wordless voice;
And well may he rejoice
Who hath not heard of death’s discordant noise.
So might I too rejoice
With such a voice.”

“True, thou hast compassed death; but hast not thou
The tree of life’s own bough?
Am I not Life and Resurrection now?
My Cross balm-bearing bough
For such as thou?”

“Ah me, Thy Cross! – but that seems far away;
Thy Cradle-song to-day
I too would raise, and worship Thee and pray:
Not empty, Lord, to-day
Send me away.”

“If thou wilt not go empty, spend thy store;
And I will give thee more,
Yea, make thee ten times richer than before.
Give more and give yet more
Out of thy store.”

“Because Thou givest me Thyself, I will
Thy blessed word fulfil,
Give with both hands, and hoard by giving still;
Thy pleasure to fulfil,
And work Thy Will.”

 


Christina Rossetti (5 december 1830 – 27 december 1894)
De katholieke Our Lady of the Rosary and St Dominic -kerk in Londen, de geboorteplaats van Christina Rossetti

 

De Nederlandse schrijfster Hella Haasse werd geboren op 2 februari 1918 in Batavia. Zie ook alle tags voor Hella Haasse op dit blog.

Uit: Schaduwbeeld of Het geheim van Appeltern

“Het eerste gedeelte van de ‘Brief’ is geschreven vanuit het standpunt van een door vaderlandsliefde en democratische gezindheid bezield vrij man, die het stadhouderlijke wanbeleid aan de kaak stelt; maar gaandeweg krijgt de tekst ook de functie van een geschrift bedoeld om de verdiensten en het ‘onverzettelijke karakter van baron van der Capellen te prijzen, zijn publicaties ter lezing aan te bevelen, de door hem in de Staten van Overijssel aanhangig gemaakte kwesties in herinnering te brengen, en verontwaardiging te wekken voor de wijze waarop door Willem v en zijn ‘werktuigen’ in de persoon van deze ‘door niemand ondersteunde edelman’ alle regenten `beledigd, vervolgd, mishandeld, in gevaar gebracht’ zijn. Het beeld van de stadhouder is dat van een dwingeland, een monster. In een rustige kamer, met uitzicht op het geboomte rondom Appelteen — eiken, elzen, hoge meidoornhagen — voltrok zich een creatief proces dat niet meer te achterhalen is. Werd de ‘Brief’ in één ruk, spontaan, geschreven, om een overvol gemoed te luchten, of moeizaam samengesteld uit fragmenten en flarden van brieven, brochures en toespraken van en over ‘Capellen’? Wist Joan Derk vanuit een veelzeggende gespletenheid zijn eigen zaak te bepleiten als gold het een door hem vurig vereerde ander? Was hij de spreekbuis van de patriotten, van de zich in hun belangen bedreigd voelende Amsterdamse kooplieden en bankiers, of van een gekwetste excessieve eigenliefde? Het is mogelijk dat hij, min of meer tegen zijn zin, in opdracht, en onder druk gezet, ondanks vermoeidheid en preoccupatie met andere zaken, zichzelf tot het schrijven van de ‘Brief’ gedwongen heeft; maar evengoed kan die tekst de vrucht zijn van een zorgvuldig in praktijk gebrachte propagandatheorie, volgens methoden die in zijn tijd voor het eerst op uitgebreide schaal werden toegepast. Blijft de vraag of hij de enige auteur van het pamflet is geweest. Was zijn denken tenslotte niet gevormd, gevoed, door de ideeën van voorgangers en tijdgenoten? Dichter bij huis: had hij een medewerker, een helper? Misschien moet men zich in die kamer op Appeltern, het studeervertrek van de baron, tegenover hem of naast hem aan de schrijftafel nóg iemand voorstellen, een vertrouweling, een vriend, wie weet een alter ego.”

 


Hella Haasse (2 februari 1918 – 29 september 2011)

 

De Duitse dichter en schrijver Günter Eich werd geboren op 1 februari 1907 in Lebus an der Oder. Zie ook alle tags voor Günter Eich op dit blog.

 

Optiek

Als je ogen slechter worden
ga je dichterbij staan
om je vrienden te herkennen.

Je zet een bril op,
gebruikt contactlenzen
en ziet

heel dichtbij
het zwart
onder de nagels van je vijand.

 

Vertaald door Jan Gielkens

 


Günter Eich (1 februari 1907 – 20 december 1972)

 

Zie ook alle tags voor Maria Lichtmis op dit blog.

Zie voor de schrijvers van de 2e februari ook mijn blog van 2 februari 2019 deel 1 en eveneens deel 2.

Driekoningen (Victor Vroomkoning), T.S. Eliot

 

Bij het feest van Driekoningen

 


Aanbidding der koningen door Jacopo Bassano ca.1564

 

Driekoningen

Ik loop nog eenmaal om het lege
huis, kijk naar binnen. Zie ik
jou daar knielend naast Caspar-
met-de-zevenmaalgelijmde kop?

Elke dag liet jij ze dichter bij
het kind, jij was hun ster.
In drie weken trokken ze van
zolder met je mee via serre

naar de kribbe op de kast. Je geloof
lag in je daden. Met tafelkleed,
gordijnen, moeders onderrok trans-
formeerde jij ons tot wijzen.

Verbeelding krijgen kinderen van vaders
die kinderen van vaders bleven.

 


Victor Vroomkoning (Boxtel, 6 oktober 1938)
De St. Petrusbasiliek in Boxtel

 

Onafhankelijk van geboortedata

De Engels-Amerikaanse dichter en schrijver T. S. Eliot werd op 26 september 1888 geboren in St.Louis, Missouri. Zie ook alle tags voor T. S. Eliot op dit blog.

 

De reis van de drie koningen

Het was een koude tocht,
en de slechtste tijd van het jaar
voor een reis, voor zulk een verre reis.
De wegen modderig, het weer guur,
de winter op zijn strengst.
De kamelen, die hun knieën ontvelden, hun hoeven bezeerden,
werden onhandelbaar
en legden zich neer in de smeltende sneeuw.
Menigmaal dachten we met spijt terug
aan onze zomerpaleizen op bloeiende berghellingen,
aan meisjes, in zijde gehuld, die gekoelde wijn ronddienden.
Onze kameeldrijvers vloekten, kankerden,
weigerden dienst, riepen om brandewijn en vrouwen.
Onze kampvuren wilden niet branden, onderdak was moeilijk
te vinden,
de steden waren vijandig, de dorpen stug,
de gehuchten smerig en verschrikkelijk duur:
het was een ellendige tocht.
Tenslotte reisden wij de gehele nacht door,
sliepen zo nu en dan langs de wegkant
en hoorden gedurig in onze oren zingende stemmen, zeggend:
jullie onderneming is waanzin.

Eindelijk, toen het licht werd, daalden we neer in een luw dal,
vochtig, onder de sneeuwlijn, geurend naar groeizaamheid;
een beek snelde voort, een watermolen karnde het duister,
er waren drie bomen onder een bewolkte lucht,
en een oud wit paard galoppeerde door een weiland.
Wij kwamen bij een herberg met wijngaardranken boven de stoep.
Zes handwerkslieden dobbelden bij de open deur om zilverlingen
en zes voetknechten schopten lege wijnzakken over de vloer.
Maar niemand kon ons inlichtingen verschaffen, en zo gingen
we verder,
en bereikten des avonds, geen uur te vroeg,
de plaats van bestemming; het was (dat mag ik wel zeggen) de
moeite waard.

Dit alles is lang geleden, ik heb het onthouden
en zou het over willen doen, maar ik stel,
dit vooropgesteld,
één vraag: was het doel dat ons dreef
geboorte of dood? Wij waren getuigen van een geboorte, zeker,
daar is geen twijfel aan. Maar als ik vroeger geboorte of dood zag,
dacht ik dat ze tegenstellingen waren. Deze geboorte echter
was een onverbiddelijk einde voor ons, een dood, onze dood.
Wij keerden terug naar ons land, onze koninkrijken,
maar voelden ons niet meer thuis in de oude orde
tussen vreemde mensen die hun goden omklemmen.
Ik zal blij zijn als ik andermaal sterf.

 

Vertaald door Martinus Nijhoff

 


T.S. Eliot (26 september 1888 – 4 januari 1965)
Interieur van de rooms-katholieke Shrine of-St. Joseph kerk  in St. Louis, Missouri, de geboorteplaats van T. S. Eliot

 

Zie voor de schrijvers van de 5e januari ook mijn blog van 5 januari 2024 en ook mijn blog van 5 januari 2021 en ook mijn blog van 5 januari 2019 deel 1 en eveneens deel 2.

This Section Is A Christmas Tree (Vachel Lindsay), Joseph Brodsky

 

Aan alle bezoekers en mede-bloggers Prettige Kerstdagen!

 

 
Interieur met kerstboom door Stanislav Joukovski, 1918

 

This Section Is A Christmas Tree 

This section is a Christmas tree:
Loaded with pretty toys for you.
Behold the blocks, the Noah’s arks,
The popguns painted red and blue.
No solemn pine-cone forest-fruit,
But silver horns and candy sacks
And many little tinsel hearts
And cherubs pink, and jumping-jacks.
For every child a gift, I hope.
The doll upon the topmost bough
Is mine. But all the rest are yours.
And I will light the candles now.

 


Vachel Lindsay (10 november 1879 – 5 december 1931)
Kerstmis in Springfield, Illinois, de geboorteplaats van Vachel Lindsay

 

De Russisch-Amerikaanse dichter en schrijver Joseph Brodsky werd op 24 mei 1940 in Leningrad (het huidige St.Petersburg) geboren als Iosif Brodski. Zie ook alle tags voor Joseph Brodsky op dit blog.

 

25 XII 1993

Recept voor een wonder. Roer engelenhaar
wat gisteren en wat vandaag door elkaar
een mespuntje morgen erbij, aangemengd
met snippertjes ruimte en vers firmament.

Het wonder zal zeker geschieden op aard’
omdat ieder wonder adressen bewaart
en stuifsneeuw trotserend en snijdende wind
zelfs in de woestijn een bewoner weervindt.

En mocht je je woning verlaten, doe dan
ten afscheid de ster van vier kaars voor ons aan
opdat ze, terwijl je verdwijnt uit het zicht
’t heelal tot in lengte van dagen verlicht.

 

Vertaald door Peter Zeeman

 


Joseph Brodsky (24 mei 1940 – 28 januari 1996)
Kerstmis in St. Petersburg, de geboorteplaats van Joseph Brodsky

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 26e december ook mijn blog van 26 december 2018 deel 1 en ook deel 2 en eveneens deel 3.

 

In Weihnachtszeiten (Hermann Hesse), Rainer Maria Rilke

 

Aan alle bezoekers en mede-bloggers Prettige Kerstdagen!

 


De aanbidding der herders door Pier Maria Bagnadore, ca. 1600

 

 

In Weihnachtszeiten

In Weihnachtszeiten reis’ ich gern
Und bin dem Kinderjubel fern
Und geh’ in Wald und Schnee allein.
Und manchmal, doch nicht jedes Jahr,
Trifft meine gute Stunde ein,
Daß ich von allem, was da war,
Auf einen Augenblick gesunde
Und irgendwo im Wald für eine Stunde
Der Kindheit Duft erfühle tief im Sinn
Und wieder Knabe bin…

 


Hermann Hesse (2 juli 1877 – 9 augustus 1962)
Calw, de geboorteplaats van Hermann Hesse in de Kersttijd

 

De Duitse dichter Rainer Maria Rilke werd als René Karel Wilhelm Johann Josef Maria Rilke op 4 december 1875 in Praag geboren. Zie ook alle tags voor Rainer Maria Rilke op dit blog.

 

Kerstmis

De winterstormen doordringen
de wereld met woedende macht.
Op besneeuwde vleugels daalt neer
de naar dennen geurende nacht…

Daar zweeft bij het licht van de kaarsen
zo rustig, zodat je het nauwelijks herkent,
door arme dolende harten
het geloof – zoals voorheen was gekend.

Tranen glinsteren in je ogen,
je ontvlucht de vreugde – en weent,
je denkt met verlangen aan je kindertijd,
ach, was het maar weer zoals voorheen!

Je weent!… De klokken luiden,
hij zinkt in feestelijke pracht
op besneeuwde vleugels daalt hij neer
de naar sparren geurende nacht.

 

Vertaald door Germain Droogenbroodt

 


Rainer Maria Rilke (4 december 1875 – 29 december 1926)
Rainer Maria Rilke in Moskou. Portret door Leonid Pasternak, 1928

 

Zie voor de schrijvers van de 25e december ook mijn blog van 25 december 2018 deel 1 en eveneens deel 2.

Kerkgezang voor het feest van Jezus Geboorte (Anthony Staring), Ingo Baumgartner

 

Aan alle bezoekers en mede-bloggers een Prettig Kerstfeest!

 


De aanbidding der herders door Anton Raphael Mengs, ca. 1770

 

 

Kerkgezang voor het feest van Jezus Geboorte

I
Jezus kwam als Mens Op aarde:
Mensdom, ’t is uw schoonste Feest!

Gij Geringen, ken uw waarde:
Armoede is zijn deel geweest!

Kindren, juich met ons tezaam:
Die u lief had, droeg ook uwe naam!

II
Judea slaapt; der Wijzen oog alleen
Ontwaart de ster, die aan de kim verscheen.
Door Bethlehem weergalmt een hemels lied;
Judea slaapt, en hoort de zangen niet.

’t Is zegepraal – ’t is wereldse oppermacht
Wat Israël van zijn Messias wacht!
Hij komt; maar, ach, het ijdel zelfbedrog
Vindt Jezus Kribbe, en zoekt de Heiland nog!

’t Voorspelde aan Abraham zien WIJ vervuld!
Geen waan, die ONS niet twijflings nacht omhult!
Een Christenschaar knielt naast de Herders neer:
Maria’s Zoon is Gods Zoon, onze Heer!

III
Ja, Christnen, zinge ook UWE stem
De Lofzang, boven Bethlehem
De wolken uitgedrongen!
Al straalt Gods licht het zwerk niet door,
Gelijk het straalde, om ’t heilig koor,
Toen duizend Englen zongen;
Hij schenkt toch Bethlems Lied gehoor!
Zing! Prijs, met dankbre tongen.

 


Anthony Staring (24 januari 1767 – 18 augustus 1840)
De pastorietuin en de Protestantse kerk in Gendringen, de geboorteplaats van Anthony Staring in de Kersttijd 

 

De Oostenrijkse dichter en schrijver Ingo Baumgartner werd op 24 december 1944 in Oberndorf an der Salzach geboren. Zie ook alle tags voor Ingo Baumgärtener op dit blog.

 

Santcta nox

De dennen, de sparren, de wijde velden,
ze dragen geen last, maar omhullende pracht.
Zij bevallen als blikvangers en melden
sfeervol aan christenen de heilige nacht.

’t Geloof verkondigt men in gezangen,
een ja of een nee kent het scheppingsidee.
Maar elk mens ter wereld voelt een verlangen
naar vreugde en licht in des zijns Odyssee.

Men viert een feest met verschillende namen
de komst van de beloofde verlossing ter eer.
Nood blij de gasten, kom vrolijk tezamen,
uit de wolken dalen al harpklanken neer.

 

Vertaald door Frans Roumen

 


>Ingo Baumgartner (24 december 1944 – 16 juli 2015)
De Stille Nacht kapel in Oberndorf, de geboorteplaats van Ingo Baumgartner.

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 24e december ook mijn blog van 24 december 2021 en ook mijn blog van 24 december 2018 deel 1 en eveneens deel 2.

La visitation (Marie Noël), Kenneth Rexroth

 

Bij de vierde zondag van de Advent

 


La Visitation de la Vierge (Le Magnificat) door Jean Jouvenet, 1716

 

La visitation

La vieille Elisabeth sur sa porte fleurie
File, écoutant des yeux les pas lointains du soir…
Voici par le sentier sa cousine Marie,
Celle de Nazareth, qui monte pour la voir.

Voici venir Marie avec sa grand’ nouvelle
Ce qui l’autre semaine en elle est arrivé..
Elisabeth la voit et court au-devant d’elle
Laissant rouler au vent son fil inachevé.

Dieu sait ce quelles ont toutes les deux ensemble
De pressant à ce dire ! Et pourtant l’entretien
leur manque tout à coup, la joie en elle tremble
Leurs mots se sont perdus, elles ne disent rien.
Chacune va cherchant en elle une assurance

Avant de confier à l’autre sans délai
Sous son voile une nouvelle
Tout haut, cette espérance au-dessus d’espérance
est ce bien vrai ? … Mon Dieu, si ce n’était pas vrai

Mais soudain le miracle a bougé dans leur âme
Dans leur corps ! Le silence autour a chancelé
Elle, la jeune fille, elle, la vieille femme,
Tressaillent : leurs petits en eux se sont parlés.

C’est impossible, ô Dieu ! c’est une rêverie…
Impossible ! Et pourtant plus vrai que tout, plus vrai
Que le soleil qu’on voit. Et le cœur de Marie
En a chanté comme un buisson au mois de mai.

Elle part, elle monte, elle a pris sa volée
Elle monte et sans route arrive au pied de Dieu.
Elle chante, à jamais hors de terre en allée,
Elle chante, perdue au plus haut du ciel bleu.

Et ne sachant plus rien, réalité, chimère,
Mensonge, vérité, raison ou déraison,
Sauf que son Dieu peut tout et qu’elle sera mère…
Mais voici Zacharie au seuil de la maison.

 


Marie Noël (16 februari 1883 – 23 december 1967)
Auxerre, de geboorteplaats van Marie Noël met de kathedraal Saint-Étienne

 

De Amerikaanse dichter Kenneth Rexroth werd geboren in South Bend (Indiana) op 22 december 1905. Zie ook alle tags voor Kenneth Rexroth op dit blog.

 

De stad van de maan

Boeddha nam wat herfstbladeren
in zijn hand en vroeg
aan Amanda of dit alle
rode bladeren waren die er waren.
Amanda antwoordde dat het
herfst was en dat er overal bladeren
op hen neervielen,
meer dan ooit geteld
kunnen worden. Dus zei
Boeddha: “Ik heb je
een handvol waarheden gegeven. Naast
deze zijn er nog vele
duizenden andere waarheden, meer
dan ooit geteld kunnen worden.”

 

Vertaald door Frans Roumen

 


Kenneth Rexroth (22 december 1905 – 6 juni 1982)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 22e december ook mijn blog van 22 december 2018 deel 1 en eveneens deel 2.