Fronleichnam (Gertraud von Bullion), Jaap Robben, Anna Achmatova

 

Bij Sacramentsdag

 


De sacramentsprocessie door Jean Mayné, 1878

 

Fronleichnam

Der Herr geht vorüber – die Menge drängt dicht,
Doch sein Blick ruht auf Dir, weißt Du, was er spricht?
„Mein Kind, deine Pein, ich kenne sie wohl,
Der Liebe und Sehnsucht ist’s Herz Dir so voll.
Blick deshalb nicht trübe hinein in die Welt,
Die verlangende Seele ist’s, die mir gefällt!
Was ist’s mit den Satten, die immer nur ruhn,
Statt dass sie Werke der Liebe tun?
 

Das Leben ist Kampf, durch Täler zur Höh‘!
Zage nicht Seele, Dein Streiten ich seh‘.
Und bist Du ermattet im harten Strauß,
Sieh, liebend breit ich die Arme schon aus,
Wartend mit mütterlich-sehnsüchtigem Schmerz,
Dich, o mein Kind, zu nehmen ans Herz. –

Achte nicht Deiner Schwachheit und Schuld,
Hör‘ Deine Bitten, Deine Klagen voll Huld,
Fühl‘ Deiner Sehnsucht wild brennende Glut,
Wie Du es meinst – ich versteh Dich so gut.
Lass mich nicht warten, vertrau und komm,
Ich halt‘ Dir bereit meiner Liebe Wonn‘!“ –

Der Herr geht vorüber! – Wie himmlisches Licht
es plötzlich ins Dunkel der Seele mir bricht.
Mich fesselt das Brot! – – Ich sink‘ in die Knie!
„Mein Jesus, mein König, zu Dir hin ich flieh.
Mein Schifflein kämpfet in Sturm und in Not!
Gebiete den Wellen! Sei Du mein Pilot! –

Befehle im Schifflein, wie’s Dir dünket recht,
Du sollst sein Herr sein, und ich sei dein Knecht,
Nein – Knecht nicht – denn Liebe vereint mich Dir,
Gabst selbst den Titel des Kindes mir.
Drum hab‘ ich Dich lieb, wie arm ich auch bin,
Nimm, Jesus, mein König, nimm ganz mich hin!“

Der Herr ging vorüber. – Die Wogen sind glatt,
Weil Jesus Stille geboten hat.
Zwei Augen spiegeln Frieden und Ruh,
Und ringsum die Glocken jubeln dazu:
„Der Herr ging vorüber.“

 


Gertraud von Bullion (11 september 1891 -11 juni 1930)  
De Stiftskirche in Würzburg, de geboorteplaats van Gertraud von Bullion

 

De Nederlandse dichter, schrijver en theatermaker Jaap Robben werd geboren in Oosterhout op 22 juni 1984. Zie ook alle tags voor Jaap Robben op dit blog.

Uit: Birk

“In mijn tong jeukten mieren, mijn voeten waren zwaar. Ik stond in mijn zwembroek en met de handdoek om mijn schouders bij de achterdeur. Mama was de keuken binnengekomen, maar had me nog niet aangekeken. ‘Daar ben je’, zei ze alleen en ze tilde het deksel van de pan. Met een pollepel schepte ze eerst mijn soepkom vol, daarna de hare. Haar wijsvinger roerde in mijn soep. ‘Je kunt het al prima eten.’Ik ging op mijn stoel zitten en staarde naar de lome damp van mijn soep. `Laat maar niet te veel voor papa over, had hij hier maar op tijd moeten zijn.’ Lepelend liep ze terug naar haar naaimachine in de zitkamer. ‘Ik moet nog even iets afmaken.’ Mijn handen lagen stil op tafel. Van binnen trilden ze. Boven het raam klonk het gekras van meeuwen die hun snavel aan de dakgoot scherpten. Ik wist dat ik moest eten van mijn soep, maar meer dan het vastpakken van de lepel lukte me niet. Toen ik een slok water uit mijn glas nam, leek ik te stikken. Ik kokhalsde. Een beetje van wat naar boven kwam, verdween in mijn groentesoep. Wat ernaast terechtkwam, veegde ik vlug weg met mijn hand. Mama zag het niet. Ze zat voorovergebogen op haar stoel en keek geconcentreerd naar de naald van haar ratelende naaimachine en onderbrak dat geratel alleen om te zien of ze nog wel recht ging. Even later kwam mama naar de keuken voor het flesje Maggi uit het kruidenrek. Ze duwde haar heupen tegen het aanrecht en boog zich naar het raam. ‘Hij blijft weer eens lang weg. ‘Mijn hart wilde weg uit mijn borst, ik stak de lege lepel in mijn mond. ‘Word later nooit zoals je vader’, zei ze glimlachend. ‘Met zo’n vent kun je toch geen afspraken maken.’ Voor ik kon antwoorden, begon het gehengst van de naaimachine weer.
Hoe harder ik beet op de mieren in mijn tong, hoe erger ze krioelden. De schemer maakte een spiegel van het raam. Ik kon mezelf aankijken, maar durfde niet. Mama trapte met haar voet de klep van de pedaalemmer open en liet een paar sliertjes stofvallen. ‘Eet je niks?’ Ik haalde schokkerig mijn schouders op. ‘Kun je niet meer praten? ‘Ik heb genoeg, zei ik. ‘Dat was niet veel dan.’
‘Straks nier als een klein kind gaan zeuren dar je war anders moet hebben.’ Ze nam mijn kommetje, kieperde de soep terug in de pan en zette hem samen met dat van haar op het aanrecht. De pan en de soepkom voor mijn vader bleven staan.”

 


Jaap Robben (Oosterhout, 22 juni 1984)

 

De Russische dichteres Anna Achmatova werd geboren in Bolshoi Fontan bij Odessa, 23 juni 1889. Zie ook alle tags voor Anna Achmatova op dit blog.

 

Scheppen

Meest gaat het zo: een onbenoembaar smachten
En in mijn oor een klok die door blijft slaan;
Het ver gerol van donder wordt al zachter.
Ik meen gevangen stemmen te verstaan
Die ik niet ken, maar ‘k hoor hun kermend janken.
’t Is of een toverkring zich nauwer sluit.
Maar uit die baaierd van geruis en klanken
Zwelt één onstuitbaar, alles slaand geluid.
De stilte daaromheen is zo volslagen
Dat hoorbaar wordt hoe gras groeit in het bos
En hoe een pelgrimstas wordt voortgedragen.
Als ’t zover is komen de woorden los,
Signaalgebel van vederlichte rijmen, –
Dan, gaandeweg, krijg ik op alles vat
En zomaar voorgezegde woorden rijen
Tot vers zich aan op het sneeuwwitte blad.

 

Vertaald door Marko Fondse en Jan Robert Braat

 


Anna Achmatova ( 23 juni 1889 – 5 maart 1966)
Portret door Alexander Osmerkin, 1939-40

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 22e juni ook mijn blog van 22 juni 2020 en eveneens mijn blog van 22 juni 2019 en ook mijn blog van 22 juni 2018 en ook mijn blog van 22 juni 2014 deel 1.

Pfingstlied (Georg Weerth), Marie Howe

 

Prettige Pinksterdagen!

 


Vuurwerk van de Geest door Christel Holl, z.j.

 

Pfingstlied

Sie herzten sich und sie küssten sich
Mit liebevoller Gebärde.
Der junge Herr Frühling wonniglich,
Der besuchte die alte Frau Erde.

Er ist der guten, ehrlichen Frau
Mit eins an den Hals gesprungen,
Dass bis hinauf in den Himmel blau
Nur Lust und Jubel erklungen.

“Mein Sohn, es freut mich, dass du hier!
Lang währte des Winters Tosen.
Meine Felder brauchen die goldne Zier,
Meine Gärten Lilien und Rosen.

Verstummt sind all meine Nachtigalln,
Seit ich dich verloren hatte;
Drum schmücke den Vögeln die grünen Halln
Und den Hirschen die blumige Matte.

Ich habe so oft an dich gedacht,
Wenn es stürmte wilder und wilder;
Doch sprich, was hast du mir mitgebracht
Für die lieblichen Menschenbilder?”

“Für die Menschenbilder?” versetzte da
Der junge Herr Frühling stutzend –
In die Tasche griff er behend: “Voilà!
Revolutionen ein Dutzend.”

 


Georg Weerth (17 februari 1822 – 30 juli 1856)
De Erlöserkirche in Detmold, de geboorteplaats van Georg Weerth

 

Onafhankelijk van geboortedata

De Amerikaanse dichteres Marie Howe werd geboren in 1950 in Rochester, New York. Zie ook alle tags voor Marie Howe op dit blog.

 

Naar huis lopend

Alles sterft, zei ik. Hoe kwam ik daarbij?
Een boom? De winter? Ik niet, zei ze.

En ik zei: O ja? En zij zei: Ik reïncarneer.
Ha, zei ze, Tot over een paar duizend jaar!

Waarom jaren, wilde ik weten, waarom geen minuten? Dagen?
Ze vond dat zo grappig – Ha Ha – dubbelgevouwen –

Jaren, zei ze vol vertrouwen.
Ik denk dat jij en ik elkaar al een paar levens kennen, zei ik.

Ze zei: Ik ben nog nooit eerder een ziel op deze aarde geweest.
(Het was koud. We hadden honger.) De volgende keer ben jij de moeder, zei ik.

No way, Jose, zei ze, terwijl we de laatste winderige bocht omsloegen.

 

Vertaald door Frans Roumen

 


Marie Howe (Rochester, 1950)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 9e juni ook mijn blog van 9 juni 2024 en ook mijn blog van 9 juni 2020 en eveneens mijn blog van 9 juni 2019 en ook mijn blog van 9 juni 2018 deel 2.

Pfingstlied (Gustav Falke), Nikki Giovanni

 

Prettige Pinksterdagen!

 


De uitstorting van de Heilige Geest door Otto van Veen, 1873

 

Pfingstlied

Pfingsten ist heut, und die Sonne scheint,
Und die Kirschen blühn, und die Seele meint,
Sie könne durch allen Rausch und Duft
Aufsteigen in die goldene Luft.

Jedes Herz in Freude steht,
Von neuem Geist frisch angeweht,
Und hoffnungsvoll aus Tür und Tor
Steckt’s einen grünen Zweig hervor.

Es ist im Fernen und im Nah’n
So ein himmlisches Weltbejah’n
In all dem Lieder- und Glockenklang,
Und die Kinder singen den Weg entlang.

Wissen die Kindlein auch zumeist
Noch nicht viel vom heiligen Geist,
Die Hauptsach spüren sie fein und rein:
Heut müssen wir fröhlichen Herzens sein.

 


Gustav Falke (11 januari 1853 – 8 februari 1916)
De St. Marienkirche in Lübeck, de geboorteplaats van  Gustav Falke

 

De Amerikaanse dichteres en schrijfster Nikki Giovanni werd geboren op 7 juni 1943 in Knoxville, Tennessee. Zie ook alle tags voor Nikki Giovanni op dit blog.

 

ik ben niet eenzaam

ik ben niet eenzaam
nu ik helemaal alleen slaap

je denkt dat ik bang ben
maar ik ben een grote meid
ik huil niet
of zoiets

ik heb een heerlijk
groot bed
om in te rollen
en veel ruimte
en ik droom geen
nare dromen
meer
zoals vroeger waarin
je me verliet

nu je weg bent
droom ik niet
en wat je ook denkt
ik ben niet eenzaam
nu ik helemaal alleen
slaap

 

Vertaald door Frans Roumen

 


Nikki Giovanni (Knoxville, 7 juni 1943)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 7e juni ook mijn blog van 7 juni 2020 en eveneens mijn blog van 7 juni 2019 en ook mijn blog van 7 juni 2015 deel 2.

The Visitation (Elizabeth Jennings), Walt Whitman

 

Bij Maria Visitatie

 


De Visitatie door Juan Bautista Maíno, 1636

 

The Visitation

She had not held her secret long enough
To covet it but wished it shared as though
Telling would tame the terrifying moment
When she, most calm in her own afternoon,
Felt the intrepid angel, heard
His beating wings, his voice across her prayer.

This was the thing she needed to impart,
The uncalm moment, the strange interruption,
The angel bringing pain disguised as joy,
But mixed with this was something she could share
And not abandon, simply how
A child sprang in her like the first of seeds.

And in the stillness of that other day
The afternoon exposed its emptiness
Shadows drift from light, the long road turning
In a dry sequence of the sun. And she
No apprehensive figure seemed,
Only a moving silence though the land.

And all her journeying was a caressing
Within her mind of secrets to be spoken.
The simple fact of birth soon overshadowed
The shadow of the angel. When she came
Close to her cousin’s house she kept
Only the message of her happiness.

And those two women in their quick embrace
Gazed at each other with looks undisturbed
By men or miracles. It was the child
who laid his shadow on their afternoon
By stirring suddenly, by bringing
Back the broad echoes of those beating wings.

 


Elizabeth Jennings (18 juli 1926 – 26 oktober 2001)
De St Botolph’s kerk in Boston, Lincolnshire, de geboorteplaats van Elizabeth Jennings

 

De Amerikaanse dichter Walt Whitman werd geboren op 31 mei 1819 in Westhills, Long Island, New York. Zie ook alle tags voor Whalt Whitman op dit blog.

 

HET LIED VAN MIJN EIGEN IK

3.

Heeft iemand ooit gemeend, dat het gelukkig was geboren
te zijn?
Ik haast mij hem of haar te zeggen, dat ’t even gelukkig is te
sterven, en ik weet dat.

Ik ga den dood door met den stervende en het leven door
met het zoo-even ontbonden kind, en wat gij daar van mij
ziet tusschen laarzen en hoed is niet mijn geheele Ikheid.
Mijn leven is het leven der menigvuldigheid en in die menigvuldigheid
zijn daar niet twee eveneens en allen zijn goed,
De aarde goed, de sterren goed en alles wat daarop of omheen
leeft goed.

Ik ben geen aarde, ook geen satelliet van een aarde,
Ik ben de maat en gezel van menschen die allen even onsterflijk
en vademloos zijn als ik-zelf ben,
(Zij weten niet hoe onsterflijk, maar ik weet ’t).

Iedere mensch leeft voor zichzelf en voor wat zijn leven is,
ik leef voor mij en weet wat mijn is, mannelijk en
vrouwelijk,
Zij zijn mijn die knapen geweest zijn en vrouwen begeeren,
Hij is mijn de man, de fiere, die het steken voelt der
geringschatting,
Zij is mijn de verloofde, en de oude maagd is mijn, zij zijn
mijn de moeders en de moeders van moeders,
Mijn zijn de lippen die glimlachen en de oogen die tranen
storten,
Mijn zijn de kinderen en die kinderen gewinnen.

Naakt! Voor mij hebt gij geen schuld, door mij wondt gij niet
uitgeworpen, door mij niet geminacht,
Ik zie U door kleed en hemd in de ziel,
Ik omgeef U, ik laat niet af voor ik U gewonnen heb, ik ben
onvermoeid, gij kunt mij niet afschudden.

 

Vertaald door Maurits Wagenvoort

 


Walt Whitman (31 mei 1819 – 26 maart 1893)
Portret door Herbert Gilchrist, 1887

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 31e mei ook mijn blog van 31 mei 2020 en eveneens mijn blog van 31 mei 2019 en ook mijn blog van 31 mei 2017 en ook mijn blog van 31 mei 2015 deel 2.

Hemelvaart (Anton Ent), Elizabeth Alexander

 

Bij Hemelvaartsdag

 

 


De Hemelvaart van de Heer door Francisco Bayeu, 1769

 

 

Hemelvaart

Glorieuze napijn van Gods wet
de horizon wordt overeind gezet

Die vernederd werd tot dode man
neemt de treden van het licht
opgetogen naar Gods aangezicht
waaronder men weer spelen kan

De vaart die mens en God verbindt
geeft mij de rust van ’t spelende kind
dat hoogst verbaasd hand aan de mond
zichtbaar voet krijgt aan de grond

Glorieuze voorpost van het bericht
dat de horizon weer open ligt

 


Anton Ent (Rotterdam, 20 januari 1939)
De. HH. Laurentius & Elisabeth Kathedraal in Rotterdam

 

De Amerikaanse dichteres en schrijfster Elizabeth Alexander werd geboren op 30 mei 1962 in New York. Zie ook alle tags voor Elizabeth Alexander op dit blog.

 

Apollo

We stoppen
bij een kraampje
in Massachusetts
om mannen

op de maan te zien lopen. We deden
hetzelfde
bij drie, twee, één, lancering, en nu

zien we dezelfde mannen
in en uit
kraters stuiteren. Ik wil
een cola en een hamburger.

Omdat de mannen
op de maan lopen,
die nu ontegenzeggelijk
niet groen is, geen kaas,

geen glimmend dubbeltje dat zweeft
in een koud blauw,
zoals ik had gedacht,
merken de mensen bij het kraampje

niet dat we een zwarte
familie zijn, niet van daar,
zoals het meestal gaat.
Dit gepraat door

ruis, stuiteren in ruimtelaarzen,
vastgebonden aan snoeren is veel
vreemder, vreemder

nog dan wij zijn.

 

Vertaald door Frans Roumen

 


Elizabeth Alexander (New York, 30 mei 1962)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 29e mei ook mijn blog van 29 mei 2022 en ook mijn blog van 29 mei 2021 en ook mijn blog van 29 mei 2019 en ook mijn blog van 29 mei 2018 en eveneens mijn blog van 29 mei 2016 deel 2.

Ostern (Joachim Ringelnatz), Louise Glück

 

Aan alle bezoekers en mede-bloggers een Vrolijk Pasen! 

 


Pasen – eieren versieren door Dusan Vukovic, 2013

 

Ostern

Wenn die Schokolade keimt,
Wenn nach langem Druck bei Dichterlingen
“Glockenklingen” sich auf “Lenzesschwingen”
Endlich reimt
Und der Osterhase hinten auch schon presst,
Dann kommt bald das Osterfest.

Und wenn wirklich dann mit Glockenklingen
Ostern naht auf Lenzesschwingen, –
Dann mit jenen Dichterlingen
Und mit deren jugendlichen Bräuten
Draussen schwelgen mit berauschten Händen –
Ach, das denk ich mir entsetzlich,
Ausserdem – unter Umständen –
Ungesetzlich.

Aber morgens auf dem Frühstückstische
Fünf, sechs, sieben flaumweich gelbe, frische
Eier. Und dann ganz hineingekniet!
Ha! Da spürt man, wie die Frühlingswärme
Durch geheime Gänge und Gedärme
In die Zukunft zieht
Und wie dankbar wir für solchen Segen
Sein müssen.

Ach, ich könnte alle Hennen küssen,
Die so langgezogene Kugeln legen.

 


Joachim Ringelnatz (7 augustus 1883 – 17 november 1934)
De Sankt Marien dom in Wurzen, de geboorteplaats van Joachim Ringelnatz

 

De Amerikaanse dichteres, essayiste en schrijfster Louise Elisabeth Glück werd geboren op 22 april 1943 in New York. Zie ook alle tags voor Louise Glück op dit blog.

 

Vespers

Ooit geloofde ik in je; ik plantte een vijgenboom.
Hier, in Vermont, land
zonder zomer. De proef op de som: als de boom bleef leven
zou dat betekenen dat jij bestond.

Volgens deze logica besta je niet. Of je bestaat
uitsluitend in warmere klimaten,
op het verzengende Sicilië, in Mexico, in Californië,
waar ze de onvoorstelbare
abrikoos kweken en de tere perzik. Misschien
zien ze jouw aangezicht in Californië; hier zien we nog niet
de zoom van je kleed. Ik moet mezelf dwingen
de tomatenoogst met John en Noah te delen.

Als er ooit in een andere wereld recht wordt gedaan, moeten
degenen zoals ik, door de natuur gedwongen
tot levens van onthouding, het leeuwendeel
van alles krijgen, alle
onderworpenen aan honger, gulzigheid zijn dat
om jou te prijzen. En niemand prijst
intenser dan ik, met meer pijnlijk
beteugeld verlangen, of verdient het meer
gezeten te zijn aan jouw rechterhand, als die bestaat, en deel te hebben
aan de bederfelijke, onsterfelijke vijg
die zich niet verkassen laat.

 

Vertaald door Erik Menkveld

 


Louise Glück (22 april 1943 – 13 oktober 2023)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 21e april ook mijn blog van 21 april 2020 en eveneens mijn blog van 21 april 2019 deel 2 en eveneens deel 3.

Pasen (Albert Verwey), Martinus Nijhoff, Manuel Bandeira

 

Aan alle bezoekers en mede-bloggers een Vrolijk Pasen! 

 


De Verrijzenis van Christus door Noel Coypel, ca. 1700

 

Pasen

Op Goede Vrijdag
Is Hij begraven,
Niet in een graf – zijn graf was het hellevuur-,
Doch zondagmorgen
Was Hij weer opgestaan,
Ging door de velden,
Glimlachend vredig
Naar de hemel van blinkend blauw.

De bloemen stonden,
Trossen en kelken,
Schommelend en wiegend,
Pralend en teder,
Terwijl Hij, kijkend, kwam;
De duinrand waasde
Leeuweriken schoten –
Paarlen van klank en
Vederen van vreugde –
Door de zonnestralen
Boven Zijn hoofd.

Hij wist niet beter
Of deze dag was
Voor Hem geschapen,
Een dag van de aarde,
Maar zo geheven
Boven het aardgedoe,
Dat alle wandelaars
En lange slierten
Van wielen berijdende
Knapen in gele
Kurassen van de trompetbloem
Hem schenen gezien als uit hoge hemel,
Klein en ver door de slingerende wegen
Van ’t landschap, – boden
Van de éne tijding:
‘Hij was begraven,
Zijn graf was het hellevuur,
Maar nu is Hij opgestaan,
Ging door de velden,
Steeg op naar de hemel:
Zie hoe Hij neerziet
Op ons en lacht’.
En ’s avonds daalde
Hij op Zijn duintop
En zag de velden
Veelkleurig schemeren –
Nog teder blinken –
Zag hoe de zon zich
Baadde in de golven,
Zag hoe de zee zich
Wond om Zijn aarde,
En al de sterren
Stegen en daalden
Rondom Zijn hoofd.

 


Albert Verwey (15 mei 1865 – 8 maart 1937)
De katholieke St. Nicolaaskerk in Amsterdam, de geboorteplaats van Albert Verwey

 

De Nederlandse dichter, toneelschrijver en essayist Martinus Nijhoff werd geboren in Den Haag op 20 april 1894. Zie ook alle tags voor Martinus Nijhoff op dit blog.

 

Het uur U (Fragment)

Maar kinderen keren, zo vlug
ze gaan, zo langzaam terug.
Zo zijn ze, zo ging het hier.
Het kostte wel een kwartier,
eer elk zijn servet voor had
en rustig aan tafel zat.
En bij de deur, op het dak,
ja zelfs op zijn dooie gemak
in ’t open raamkozijn,
zong een klein vogeltje zijn
om kruimels popelend lied.
Alleen in de bomen niet.
Neen, niet in de bomen, want
die waren nog niet geplant.

Hoe mooi anders, ach, hoe mooi
zijn bloesems en bladertooi. –
Hoe mooi? De hemel weet hoe.
Maar dat is tot daaraantoe.

Het was zomerdag.
De doodstille straat lag
te blakeren in de zon.
Een man kwam de hoek om.
Er speelde in de verte op de stoep
een groep kinderen, maar die groep
betekende niet veel,
maakte, integendeel,
dat de straat nog verlatener scheen.
De zon had het rijk alleen.
Zelfs zij, wier tweede natuur
hen bestemde, hier, op dit uur,
te wandelen: de student,
de dame die niemand kent,
de leraar met pensioen,
waren van hun gewone doen
afgeweken vandaag;
men miste, miste hen vaag.
Sterker: de werkman die
nog tot een uur of drie
voor bomen in ’t middenpad
de kuilen gegraven had,
had zijn schop laten staan
en was elders heen gegaan.
Maar vreemder, ja inderdaad
veel vreemder dan dat de straat
leeg was, was het feit
der volstrekte geluidloosheid,
en dat de stap van de man
die zojuist de hoek om kwam
de stilte liet als zij was,
ja, dat zijn gestrekte pas
naarmate hij verder liep
steeds dieper stilte schiep.

 


Martinus Nijhoff (20 april 1894 – 26 januari 1953)
Portret door Toon Kelder, 1924

 

De Braziliaanse dichter, schrijver en vertaler Manuel Carneiro de Souza Bandeira Filho werd geboren op 19 april 1886 in Recife. Zie ook alle tags voor Manuel Bandeira op dit blog.

 

In diepe slaap

Toen ik gisteren insliep
Het was de nacht van Sint-Jan
Was er vrolijkheid en drukte
Geknal van bommetjes Bengaals vuur
Stemmen gezang en gelach
Rond de brandende vuren.

Midden in de nacht werd ik wakker
Hoorde geen stemmen meer geen gelach
Alleen ballonnen
Dreven over
In diepe stilte
Alleen het geluid van een tram
Zo nu en dan
Doorboorde de stilte
Als een tunnel.
Waar waren zij die zojuist nog
Dansten
Zongen
En lachten
Rond de brandende vuren?

– Ze sliepen allemaal
Ze lagen allen
Te slapen
In diepe slaap.
Toen ik zes jaar was
Kon ik het eind van het Sint-Jansfeest niet zien
Omdat ik in slaap viel.

Nu hoor ik de stemmen niet meer uit die tijd
Mijn oma
Mijn opa
Totônio Rodrigues
Tomásia
Rosa
Waar zijn zij allemaal?

– Ze slapen allemaal
Ze liggen allen
Te slapen
In diepe slaap.

 

Vertaald door August Willemsen

 


Manuel Bandeira (19 april 1886 – 13 oktober 1968)
Standbeeld in Rio de Janeiro

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 20e april ook mijn blog van 20 april 2020 en eveneens mijn blog van 20 april 2019 deel 2 en ook deel 3.

Naar 1 Korintiërs 15:35-55 (Lloyd Haft), Manuel Bandeira

 

Bij Stille Zaterdag

 


The Tomb is Empty door Melissa Carlton, z.j.

 

Naar 1 Korintiërs 15:35-55

Wij zien ons
van de doodskant van het leven:
dat stempel,
die druk.

Voelen nog niet ons echte oog
al opengaan
dat bergt in één opslaan
die werden en wie worden.

Daar
houdt niet meer de aarde
ons in, met al haar stenen:

zij beeft
want in het uur van onze vrijheid
staan zelfs de graven open –
wie kan er binnen blijven
waar het kind al buiten is?

Dat zijn wij, ter ure
dat we ons te buiten beven.

Met één stoot,
één klank gekeerd –

in vreze doorgekeerd
in onze vrede.

 


Lloyd Haft (Sheboygan, 9 november 1946)
De katholieke Holy Name of Jesus kerk in Sheboygan

 

De Braziliaanse dichter, schrijver en vertaler Manuel Carneiro de Souza Bandeira Filho werd geboren op 19 april 1886 in Recife. Zie ook alle tags voor Manuel Bandeira op dit blog.

 

De dorpsweg

Deze dorpsweg waaraan ik woon, tussen twee bochten,
Is belangrijker dan een stadse straat.
In steden lijken alle mensen op elkaar.
Iedereen is hetzelfde. Iedereen is eenieder.
Hier niet: je voelt hoe elk zijn ziel met zich meedraagt.
Ieder schepsel is uniek.
Zelfs de honden.
Deze dorpshonden lijken wel zakenlui:
Altijd in de weer.
En wat is het een komen en gaan van mensen!
En alles draagt dat opvallende karakter dat tot nadenken stemt:
Begrafenisstoet te voet of melkkar getrokken door een koppig bokje.
Zelfs watergemurmel ontbreekt niet om met symbolische stem te suggereren
Dat het leven voorbijgaat! voorbijgaat!
En dat je jeugd eindig is.

Petrópolis, 1921

 

Vertaald door August Willemsen

 


Manuel Bandeira (19 april 1886 – 13 oktober 1968)
Portret door Candido Portinari, 1931

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 19e april ook mijn blog van 19 april 2022 en ook mijn blog van 19 april 2020 en eveneens mijn blog van 19 april 2019 en ook mijn blog van 19 april 2018 en ook mijn blog van 19 april 2015 deel 2.

Goede Vrijdag (Leonard Nolens), Hanane Aad

 

Bij Goede Vrijdag

 


De kruisiging door Francesco Conti, 1709

 

 

Goede Vrijdag

Met jou begon mijn dag, mijn tijd in de lijdende vorm,
Doordacht verdriet waaruit mijn jaartelling verscheen.
Je groeide op tot heer en meester van je nietigheid
En je betastte alle pijn, je nam haar bij de graat.

Hoe heftig moest je haat jegens je enkelvoud, je naam,
In hartebloed gekookt om honderd generaties te doorstaan?

Je wonden waren de ogen waardoor ik de wereld bekeek,
Want ik, een ongelovige, geloofde dat onmenselijk gebaar,
Die open armen vastgespijkerd om me los te maken.
Je dood pakte mijn schreeuwen af en stal mijn dood.

 


Leonard Nolens (Bree, 11 april 1947)
De Sint-Michielskerk in Bree

 

De Libanese dichteres, journaliste en vertaalster Hanane Aad werd geboren op 18 april 1965 in Beiroet. Zie ook alle tags voor Hanane Aad op dit blog.

 

De Lichtspeler (over Albert Einstein)

Ja, de geest heeft in hem zijn wijze dichter.
De lichtspeler – Is hij de meester? Is hij de speler met het licht?
Of wist hij alleen hoe hij de tijd moest verlichten met een olielamp,
vanuit het verlangen tot aan de zekerheid
en door de omarmingen van de kennis?

Ridders van de relativiteit –
Hij betoverde hen en was betoverd.
Hij heeft zijn naam in het voorhoofd van de tijd gekerfd
met de edele beitel van de wetenschap.
Met de inspanning van het zoeken naar het zoeken.

Denkers over het ontstaan van de wereld,
bewakers van het spirituele ontwaken.
Hij speelde ooit viool,
Tegenwoordig bespeelt hij de snaren van de tijd.
Hij zegt zonder te spreken: Ik heb de tijd ingehaald.

Ja, de geest heeft in hem zijn wijze dichter.
Hij is de meester, de lichtspeler, de speler met het licht.
De bekwame speler in dienst van het licht.

 

Vertaald door Frans Roumen

 


Hanane Aad (Beiroet, 18 april 1965)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 18e april ook mijn blog van 18 april 2023 en eveneens mijn blog van 18 april 2019 en ook mijn blog van 18 april 2017 en ook mijn blog van 18 april 2015 deel 2.

Maundy Thursday (Malcolm Guite), Sarah Kirsch

Bij Witte Donderdag

 


Christus wast de voeten van de discipelen door Paolo Veronese, ca. 1580

 

 

Maundy Thursday

Here is the source of every sacrament,
The all-transforming presence of the Lord,
Replenishing our every element,
Remaking us in his creative Word.
For here the earth herself gives bread and wine,
The air delights to bear his Spirit’s speech,
The fire dances where the candles shine,
The waters cleanse us with his gentle touch.
And here he shows the full extent of love
To us whose love is always incomplete,
In vain we search the heavens high above,
The God of love is kneeling at our feet.
Though we betray him, though it is the night,
He meets us here and loves us into light.

 


Malcolm Guite (Ibadan, 12 november 1957)
De katholieke kathedraal St. Mary in Ibadan

 

De Duitse schrijfster en dichteres Sarah Kirsch (eig. Ingrid Hella Irmelinde Kirsch) werd geboren op 16 april 1935 in Limlingerode. Zie ook alle tags voor Sarah Kirsch op dit blog.

 

Het dorp

‘s Avonds was de stilte volkomen.
De krekels verstomden in hun gaten
Op de heuvel stond de eik
Zwart voor de lakrode hemel.

Dan kwam ik in het dorp uit het veen.
Ging over glanzend stoppelveld
Ster en sterren schenen helder
In de huizen vlamde het licht op.

Vermorzeld stof op de straat.
Kneuterend onder de voeten
Reikte van deur tot deur een zomertapijt.

 

Vertaald door Germain Droogenbroodt

 


Sarah Kirsch (16 april 1935 – 5 mei 2013)

 

Zie voor de schrijvers van de 17e april ook mijn blog van 17 april 2021 en ook  mijn blog van 17 april 2020 en eveneens mijn blog van 17 april 2019 en ook mijn blog van 17 april 2017 deel 2.