Ludwig Thoma, Egon Friedell, Louis Menand, Imre Madách, Ludwig Jacobowski, Kristín Marja Baldursdóttir

De Duitse dichter en schrijver Ludwig Thoma werd geboren op 21 januari 1867 in Oberammergau. Zie ook alle tags voor Ludwig Thoma op dit blog.

Uit: Münchnerinnen

„In einer Seitengasse der inneren Stadt lag die Spezereiwarenhandlung von Nepomuk Globergers sel. Erben. Zwei Ladenfenster und eine mit Schnitzereien geschmückte Glastüre nahmen zu ebener Erde die Front des schmalen Globergerschen Hauses ein; in einer Nische über den Fenstern des ersten Stockwerkes stand eine schmerzhafte Mutter Gottes, und davor brannte in einer roten Ampel ein ewiges Licht, gestiftet vom Gründer des Geschäftes, Nepomuk Globerger, der unter Max Joseph aus der Altöttinger Gegend nach München verzogen war.
Wer sich an alten Häusern als den Wahrzeichen und Zeugen einer lieben Vergangenheit erfreut, mochte gerne vor dem Hause stehen bleiben und die Rokokoornamente über den Fenstern betrachten.
Aber der Laden mit den Auslagen mußte ihn aus der Behaglichkeit aufstören, denn Benno Globerger, der jetzige Besitzer, war dem Zeitgeiste, der Höhe und Breite braucht, um sich protzig zu geben, gefolgt und hatte die Fenster vergrößert, mit Spiegelscheiben versehen und mit Rolläden geschmückt.
Hinter den Fenstern leuchteten Plakate von Zigarettenfabriken, von Kakao-, Feigen- und Malzkaffeefirmen hervor.
Sympathische Hausmütterchen tranken aus großen Tassen ihre Lebenselixiere, Andreas Hofer schwang die Fahne zu Ehren eines Feigenkaffees, und reizvolle Damen rauchten Zigaretten und zeigten ihre schlanken Waden her.
Wer in den Laden eintrat, wurde von einem älteren, anscheinend schwerhörigen Ladendiener ohne sich überstürzende Höflichkeit begrüßt und konnte an seiner bedächtigen Manier, die Waren in Papier einzuschlagen, sehen, daß man hier Zeit hatte.
Ein Lehrbub, dessen sommersprossiges Gesicht Lust zu dummen Streichen verriet, stand gaffend hinter der Budel und schlenkerte mürrisch zur hinteren Türe hinaus, wenn ihm der Ladendiener in grobem Ton einen Auftrag gab.
Viel beschäftigt schien nur Herr Benno Globerger zu sein, der im anstoßenden offenen Kontor hinter einem Pulte stand.
Aber wenn er spielerisch mit dem Federhalter Kreise beschrieb, um schwungvolle Kaufmannsbuchstaben aufs Papier zu malen, oder wenn er sorgfältig ein Lineal auflegte, um rote Striche unter schwarze zu ziehen, erkannte man, daß seine Arbeit mehr qualitativ als quantitativ bedeutend war.”

 

Ludwig Thoma (21 januari 1867 – 26 augustus 1921)
Standbeeld in Rottach-Egern, Beieren

Lees verder “Ludwig Thoma, Egon Friedell, Louis Menand, Imre Madách, Ludwig Jacobowski, Kristín Marja Baldursdóttir”

Edward Hirsch, Nazim Hikmet, Guy Helminger, Egon Bondy, Axel Hacke

De Amerikaanse dichter en letterkundige Edward Hirsch werd geboren op 20 januari 1950 in Chicago. Zie ook alle tags voor Edward Hirsch op dit blog.

 

Early Sunday Morning

I used to mock my father and his chums
for getting up early on Sunday morning
and drinking coffee at a local spot
but now I’m one of those chumps.

No one cares about my old humiliations
but they go on dragging through my sleep
like a string of empty tin cans rattling
behind an abandoned car.

It’s like this: just when you think
you have forgotten that red-haired girl
who left you stranded in a parking lot
forty years ago, you wake up

early enough to see her disappearing
around the corner of your dream
on someone else’s motorcycle
roaring onto the highway at sunrise.

And so now I’m sitting in a dimly lit
café full of early morning risers
where the windows are covered with soot
and the coffee is warm and bitter.

 

What the Last Evening Will Be Like

You’re sitting at a small bay window
in an empty café by the sea.
It’s nightfall, and the owner is locking up,
though you’re still hunched over the radiator,
which is slowly losing warmth.

Now you’re walking down to the shore
to watch the last blues fading on the waves.
You’ve lived in small houses, tight spaces—
the walls around you kept closing in—
but the sea and the sky were also yours.

No one else is around to drink with you
from the watery fog, shadowy depths.
You’re alone with the whirling cosmos.
Goodbye, love, far away, in a warm place.
Night is endless here, silence infinite.

 

Edward Hirsch (Chicago, 20 januari 1950)

Lees verder “Edward Hirsch, Nazim Hikmet, Guy Helminger, Egon Bondy, Axel Hacke”

Sawako Ariyoshi, Eugen Gomringer, Batya Gur, Robert Olen Butler Jr.

De Japanse schrijfster Sawako Ariyoshi werd geboren op 20 januari 1931 in Wakayama. Zie ook alle tags voor Sawako Ariyoshi op dit blog.

Uit: Le miroir des courtisanes Vertaald door Corinne Atlan)

“Tomoko avait déjà fait ses préparatifs pour se rendre au salon et était en train d’accorder son petit shamisen, quand une servante se précipita dans sa chambre.
– Madame Kokonoe, c’est terrible, c’est terrible !
Sans comprendre ce qui était si terrible, Tommoko saisit les longues manches de son kimono et en montant les escaliers quatre à quatre, elle se rendit compte de l’agitation générale et des bruits de pas précipités provenant d’une des chambres où les prostituées recevaient leurs clients. Elle chancela, se demandant soudain si sa mère, avec son corps lourdi, n’était pas tombée dans l’escalier. Totalement affolée, elle se précipita dans la pièce au moment même où retentissaient les vagissements de nouveau-né. Sans intention de le voir, elle avait assisté à la venue au monde de l’enfant. Le petit bloc noirâtre et sanguinolent qui venait d’être expulsé d’entre les cuisses grandes ouvertes de sa mère étendit aussitôt ses membres et se mit à bouger. A peine dégagé de la membrane qui le recouvrait, il se mit à pousser des cris déchirants.
Les gens qui se trouvaient là mirent un moment avant de s’apercevoir de la présence de Tomoko, blème et pétrifiée.
– Qu’est-ce que tu fais là ? Ce n’est pas la place d’une enfant, allez, va-t-en ! fit une geisha aînée, qui appela aussitôt une entremetteuse :
– Emmène donc Ochobo en bas !”

 

Sawako Ariyoshi (20 januari 1931 – 30 augustus 1984)
Wakayama

Lees verder “Sawako Ariyoshi, Eugen Gomringer, Batya Gur, Robert Olen Butler Jr.”

Qurratulain Hyder, Raymond Roussel, Michiel de Swaen, Edeltraud Eckert

De Indiaase schrijfster Qurratulain Hyder werd geboren op 20 januari 1927 in Aligarh, Uttar Pradesh. Zie ook alle tags voor Qurratulain Hyder op dit blog.

Uit: Fireflies in the Mist

‘Uncle…’ she said now, a little uncertainly, “I merely wished to say that we could work together for unity instead of partition.’

‘Where the hell is unity? The anti-Muslim Arya Samaj of Punjab and the Hindu militancy of Maharashtra and Bengal… are they symbols of peace and goodwill? Don’t forget that these movements were started before we thought of setting up a separate political platform.’

‘I don’t know about other provinces, but in Bengal Hindus and Muslims share a common culture.’

‘Did your community ever admit the fact that the folk music and folk literature of Bengal are largely the contribution of the Muslims? By ‘Bengali culture’ you only mean Hindu culture. During the last century your press even started the language controversy. They said Bengali was not the language of the Muslims, they declared that Bengali literature and culture were exclusively the heritage of the Hindus…By God, Deepali, we wanted unity. But now, such hatred for us! Such contempt. Like the Christians have for the Jews in Europe….

…. ‘But. Uncle,’ she cut in impatiently, ‘both communities started their revivalist movements and were encouraged by the…’

‘British! I agree. Well why did we let ourselves be manipulated by them?’ He collected his papers and carried them to the writing table”.

 

Qurratulain Hyder (20 januari 1927 – 21 augustus 2007)

Lees verder “Qurratulain Hyder, Raymond Roussel, Michiel de Swaen, Edeltraud Eckert”

Julian Barnes, Edgar Allen Poe, Edwidge Danticat, Gustav Meyrink, Eugénio de Andrade

De Engelse schrijver Julian Barnes werd geboren op 19 januari 1946 in Leicester. Zie ook alle tags voor Julian Barnes op dit blog.

Uit: Alsof het voorbij is (Vertaald door Ronald Vlek)

“We waren met zijn drieën, en nu was hij er als vierde bij gekomen. We hadden niet verwacht ons vaste aantal ooit nog uit te breiden: kliek- en paarvorming hadden al lang geleden plaatsgevonden, en wij begonnen onze ontsnapping van school naar leven al voor ons te zien. Hij heette Adrian Finn, een lange, verlegen jongen die in het begin zijn ogen neergeslagen en zijn ideeën voor zich hield. De eerste dagen namen we weinig notitie van hem: onze school kende geen welkomstceremonieel, laat staan het andere uiterste: de ontgroening. We registreerden slechts zijn aanwezigheid en wachtten af.
De leraren waren meer in hem geïnteresseerd dan wij. Ze moesten zijn intelligentie en werkhouding peilen, uitvinden hoe hij hiervoor les had gehad, en of hij mogelijk ‘studiebeurswaardig’ zou blijken. Op de derde ochtend van dat najaarstrimester hadden we geschiedenis van Ouwe Joe Hunt, droogkomisch innemend in zijn driedelig pak, een leraar wiens systeem van orde berustte op het in stand houden van voldoende maar niet buitensporige landerigheid.
‘Jullie weten nog dat ik jullie gevraagd heb alvast iets te lezen over het koningschap van Hendrik VIII.’ Colin, Alex en ik loerden even naar elkaar, in de hoop dat de vraag niet, zoals de uitgeworpen kunstvlieg van een hengelaar, op een van onze hoofden zou neerdalen. ‘Wie zou die periode eens willen karakteriseren?’ Hij trok zijn eigen conclusies uit onze afgewende blikken. ‘Marshall misschien. Hoe zou jij het koningschap van Hendrik viii willen omschrijven?’
Onze opluchting was groter dan onze nieuwsgierigheid, want Marshall was een voorzichtig stuk onbenul dat de inventiviteit van de ware onwetendheid miste. Hij zocht eerst naar mogelijk verborgen haken en ogen in de vraagstelling voordat hij ten slotte ergens een antwoord wist op te diepen.”

 

Julian Barnes (Leicester, 19 januari 1946)

Lees verder “Julian Barnes, Edgar Allen Poe, Edwidge Danticat, Gustav Meyrink, Eugénio de Andrade”

Patricia Highsmith, Marie Koenen, Thomas Gsella, Paul-Eerik Rummo

De Amerikaanse schrijfster Patricia Highsmith werd geboren als Mary Patricia Plangman in Fort Worth (Texas) op 19 januari 1921. Zie ook alle tags voor Patricia Highsmith op dit blog.

Uit: The Talented Mr. Ripley

“Tom saw the man make a gesture of postponement to the barman, and come around the bar towards him. Here it was! Tom stared at him, paralysed. They couldn’t give you more than ten years, Tom thought. Maybe fifteen, but with good conduct–In the instant the man’s lips parted to speak, Tom had a pang of desperate, agonized regret.
‘Pardon me, are you Tom Ripley?’
‘Yes.’
‘My name is Herbert Greenleaf. Richard Greenleaf’s father.’ The expression on his face was more confusing to Tom than if he had focused a gun on him. The face was friendly, smiling and hopeful. ‘You’re a friend of Richard’s, aren’t you?’

 

Scene uit de gelijknamige film met Matt Damon, Jude Law en Gwyneth Paltrow, 1999

It made a faint connection in his brain. Dickie Greenleaf. A tall blond fellow. He had quite a bit of money, Tom remembered. ‘Oh, Dickie Greenleaf. Yes.’
‘At any rate, you know Charles and Marta Schriever. They’re the ones who told me about you, that you might–uh–Do you think we could sit down at a table?’
‘Yes,’ Tom said agreeably, and picked up his drink. He followed the man towards an empty table at the back of the little room. Reprieved, he thought. Free! Nobody was going to arrest him. This was about something else. No matter what it was, it wasn’t grand larceny or tampering with the mails or whatever they called it. Maybe Richard was in some kind of jam. Maybe Mr Greenleaf wanted help, or advice. Tom knew just what to say to a father like Mr Greenleaf.”

 

Patricia Highsmith (19 januari 1921 – 4 februari 1995)

Lees verder “Patricia Highsmith, Marie Koenen, Thomas Gsella, Paul-Eerik Rummo”

Sascha Kokot, Peter Stamm, Rubén Darío, Franz Blei, Paul Léautaud, Jon Stallworthy

De Duitse dichter, schrijver en fotograaf Sascha Kokot werd geboren op 18 januari 1982 in Osterburg. Zie ook alle tags voor Sascha Kokot op dit blog.

 

Uit: Vom Osttor

Am Morgen wenn die Hände noch streiken
den Katzen das Fell bis über die Pfoten reicht
sammelt sich Windbruch auf dem Steinboden
und es wartet dazwischen die schwarze Kohle
der alte Heizer kehrt seine Wörter zusammen
bevor er beginnt in regelmäßigen Zügen zu schippen
so verbringt er die Tage im Moderlicht unserer Keller
wärmt uns die Wohnungen und bleibt
im Treppenhaus grußlos zurück
uns Kindern sagt man dem Vater fehle die Zunge.


Was ist das, was vom Tag bleibt,
ein Land weniger, die Straßen gerade,
die Leitungen noch immer in der Wand,
nur bleibt der Stuhl am Ende leer,
die Nachbarn entdecken die Stadt ist ausgeräumt,
die Schienen rotten unter der Asphaltdecke,
das Ministerium sperrt die Schlösser auf,
entweicht aus den Aktengruben in den Kamin,
Generationen später schneit es als Asche herab,
ab und an wird eine Notiz oder ein Name zusammengefügt,
die Einwohner dieses Landes sind schwer beschäftigt
mit dem Verwachsen.

 

Sascha Kokot (Osterburg, 18 januari 1982)

Lees verder “Sascha Kokot, Peter Stamm, Rubén Darío, Franz Blei, Paul Léautaud, Jon Stallworthy”

Ib Michael, Raoul Schrott, Lukas Moodysson, Ilja Leonard Pfeijffer, Roel Houwink

De Deense schrijver Ib Michael (eig. Ib Michael Rasmussen) werd geboren op 17 januari 1945 in Roskilde. Zie ook alle tags voor Ib Michael op dit blog.

 

Uit: Orbit (Vertaald doorJohn Mason)

From out at sea he could only see the chimney sticking up above the cliff. It looked like a beacon. He came flying across the surface of the water, his light carbon fibre wing paddle flashing in the sunlight, water droplets running down his arms. Now he broke his rhythm, rested on his paddle as the kayak lost speed and drifted on wind and current. He remained sitting there and laid back his head.
The cliff rose up out of the landscape. Under the turf at the very top the earth had given way in layers of shale and clay, and a hollow with chalk walls opened into the dark. Birds circled on the thermal, gulls and cormorants.
They cried as he approached, and their cries redoubled in the vault of sky above him.
He let himself drift towards land with the swell, felt the rear being lifted up as he steered lightly with the carbon fibre blade. He rounded the bluff and caught sight of a set of steps. It was made of wood and snaked down in a zigzag from the house that lay concealed somewhere up there on Fyrbakken. Some portions of the stairway had collapsed under an earth slip, a longer section had been contorted and looked like a ladder that had been twisted. The whole construction was held together by the handrail, which was intact all the way up.
He stared a moment too long, then the swell tugged at the kayak. A crest came rushing in under its silky sheen, which tore apart the moment it broke and flung the fragile craft sideways. The swell pounded itself to foam on the granite slabs of the breakwater.
He leaned into the rush with his paddle, edged himself off by the skin of his teeth, the bows facing the breakers, and paddled away. He rode into the surge. It foamed over the cockpit, which was tied off.”

 

Ib Michael (Roskilde, 17 januari 1945)

Lees verder “Ib Michael, Raoul Schrott, Lukas Moodysson, Ilja Leonard Pfeijffer, Roel Houwink”

Anton Valens

De Nederlandse schrijver en schilder Anton Valens werd geboren op 17 januari 1964 in Paterswolde. Hij volgde de opleiding schilderen aan de Rietveld Academie en aan de Rijksacademie. Hij combineerde zijn studie met werken in de Thuiszorg in Amsterdam. Valens debuteerde in 2004 met de  roman “Meester in de hygiëne”, over Bonne, die in de thuiszorg werkt. Het boek werd bekroond met de Lucy B. en C. W.van der Hoogtprijs 2006 en de Marten Toonder-Geertjan Lubberhuizenprijs 2005. Hij publiceerde vervolgens “Dweiloorlog, Verhalen over oude mensen” en “Ik wilde naar de rand van Beijing”, een reisverhaal. In 2009 verscheen de novelle “Vis”, die zeer goed werd ontvangen en inmiddels in het Duits is vertaald. In Frankrijk verscheen eveneens in 2011 de vertaling van “Meester in de hygiëne” onder de titel “Homme de Menage”. Het boek is genomineerd voor Le Prix du Marais 2012.

Uit: Het Boek Ont

“Wie slecht in de slappe was zit, is dankbaar voor alles. Heeft tante Jo oude pannen over? Geef maar mee. Een zak overhemden voor de kledingbak: mag ik eerst even grabbelen? Zo was het gekomen dat Isebrand drie zitbanken in zijn kamer had staan. Een was groezelig grijs met vaalpaarse banen en toegerust met dikke armsteunen die vettig glansden. De ander, een driezitter, was oud en beschadigd maar had veel meer allure, bekleed met roodbruin leer. De derde was een modernistisch design uit de jaren zeventig, smal, elegant en rustend op buizen pootjes, bijna een brits, wit van kleur. Je kon er niet in wegzakken maar hij zat heerlijk stevig vanwege de uitgebalanceerde proporties. Dit was Isebrands leefomgeving, en dus tevens het decor van Man&Post.

Het was de afspraak dat iedere sessie van Man&Post door een motto voorafgegaan werd en dat de deelnemers rouleerden in het aanbrengen van dat motto. Bovenstaand motto kwam uit Sylvio’s koker en niemand snapte er wat van. Hij zei dat het een citaat uit Kruseman’s brievenboek was, maar die verklaring was niet erg verhelderend.

Sylvio Enklaar ontving wisselende inkomsten van maar liefst vier verschillende uitzendbureaus die in verzorgers en (nacht)verplegers handelden. Hij koesterde geen spaargeld of bezittingen. Zijn vaste lasten bestonden vooral uit de huur van een stacaravan op het terrein van caviaopvang Beertje even buiten Middelstum en daarbij behorende servicekosten. Verder brandstof, belasting en verzekering voor een bestelbus. Sylvio was eigenlijk de enige van Man&Post die zelf de kost verdiende, geen geringe prestatie in deze tijd en plaats. De broeder, een brede, gedrongen kerel met een kale kickbokskop en een norse, welhaast vijandige uitstraling, had twee dochtertjes bij een ‘reuzenvrouw’ in Stadskanaal, met wie hij uit ‘ethische overwegingen’ geen contact onderhield. Hij droeg een vermiljoenrood trainingsjasje met de opdruk cccp. Hij sprak over ’t algemeen langzaam en met een vrij sterk Groninger accent.”

 

Anton Valens (Paterswolde, 17 januari 1964)

Inger Christensen, Susan Sontag, Reinhard Jirgl, Brian Castro, Tino Hanekamp

De Deense dichteres, schrijfster en essayiste Inger Christensen werd geboren op 16 januari 1935 in de stad Vejle aan de oostkust van Jutland. Zie ook alle tags voor Inger Christensen op dit blog.

Uit: Alphabet (fragment)

8

whisperings exist, whisperings exist
harvest, history, and Halley’s

comet exist; hosts exist, hordes
high commanders, hollows, and within the hollows
half-shadows, within the half-shadows occasional

hares, occasional hanging leaves shading the hollow where
bracken exists, and blackberries, blackberries
occasional hares hidden under the leaves

and gardens exist, horticulture, the elder tree’s
pale flowers, still as a seething hymn;
the half-moon exists, half-silk, and the whole
heliocentric haze that has dreamed
these devoted brains, their luck, and human skin

human skin and houses exist, with Hades
rehousing the horse and the dog and the shadows
of glory, hope; and the river of vengeance;
hail under stoneskies exists, the hydrangeas’
white, bright-shining, blue or greenish

fogs of sleep, occasionally pink, a few
sterile patches exist, and beneath
the angled Armageddon of the arching heavens, poison,
the poison helicopter’s humming harps above the henbane,
shepherd’s purse, and flax, henbane, shepherd’s purse
and flax; this last, hermetic writing,
written otherwise only by children; and wheat,
wheat in wheatfields exists, the head-spinning

horizontal knowledge of wheatfields, half-lives,
famine, and honey; and deepest in the heart,
otherwise as ever only deepest in the heart,
the roots of the hazel, the hazel that stands
on the hillslope of the heart, tough and hardy,
an accumulated weekday of Angelic orders;
high-speed, hyacinthic in its decay, life,
on earth as it is in heaven

Vertaald door Susanna Nied

Inger Christensen (16 januari 1935 – 2 januari 2009)

Lees verder “Inger Christensen, Susan Sontag, Reinhard Jirgl, Brian Castro, Tino Hanekamp”